Translate

woensdag 21 januari 2015

Inferno op de autosnelweg





Van de week, 19 januari 2015 heb ik een middagdienst samen met collega Tom. We komen terecht op het bureau in een ogenschijnlijke disco omgeving. Niet dat er muziek gedraaid wordt met harde bas-boxen maar, we hebben grote werkruimten en er zijn genoeg collega's aanwezig die verbaal gegevens aan het uitwisselen zijn, ingedikt in een melange van ruis en teveel decibellen. Ik krijg snel een cpjtr tot mijn beschikking en we brengen de bureaucratie meteen ernstig in verlegenheid. We gaan na enige tiptoets oefeningen gedaan te hebben naar buiten, daar waar het politiewerk op ons wacht. We handelen onze opdrachten af en verlenen diverse malen collegiale bijstand bij het aanhouden van een verdachte van een woninginbraak, het controleren van een verward persoon op wapens voor onmiddellijk gebruik beschikbaar en verdere zaken die ik nu alweer vergeten ben vanwege de te kleine importantie.

Omstreeks 20.00 uur krijgen Tom en ik een prioriteitsmelding van een vrachtautobrand op de A76 in ons bewakingsgebied. Er zijn geen nadere gegevens bekend bij onze meldkamer. Tom en ik rijden snel maar voorzichtig met gezwinde spoed naar de opgegeven locatie.

Op de A76 is er echter geen vrachtauto brand. We rijden linea recta door over Belgisch grondgebied en daar licht op een paar kilometer afstand van de Nederlandse grens een inferno op. Vlammen, vuur, gloed en rook spuwen vanaf de autosnelweg onverstoord omhoog.

De laatste dagen zijn er veel dreigingen i.v.m. extremisme en jihadisme. Ik ben bedacht op mogelijke giftige gassen die zouden kunnen vrijkomen bij een brand en tevens ben ik beducht op eventuele bom explosies van extremisten, om de infrastructuur te ontregelen of dood en verderf te zaaien. Ik ben bedacht op de windrichting, kortom alert en in een gevoelige mindset. Tom zit achter het stuur en we wurmen ons over een flinke afstand van enkele kilometers lengte tussen lange linten van stilstaande auto's, door. Ik ben mij ervan bewust dat in die auto's mensen zouden kunnen zitten die ongetwijfeld ongerust, bang en/of hulpbehoevend zijn. De weg direct voor hun is heloemaal geblokkeerd door een fikse vrachtauto brand.

Tom en ik naderen de plek des onheil. Voor ons dan is het inferno aan het spuwen. De brandweer bestrijdt deze alles verzengende vuurspuwende draak met grof watergeweld uit hun rode Hightech bolides. Deze weerbarstige draak laat zich niet gauw mennen en gromt en grauwt donkere wolken metershoog de lucht in. De brandweer is standvastig en wijkt voor geen millimeter terug. Ik blijf op afstand want deze brandweer professionals moet je niet voor de voeten willen lopen.

Ik hoor van hulpverleners dat de chauffeur van de vrachtauto veilig is. Hij is uitgestapt en hij wacht voor de brand. Hij is op dit moment onbereikbaar voor eventuele ambulance hulp.

Dan begint de brandende draak het onderspit te delven en wordt zijn vlammende tong steeds kleiner. Hij sist en sist en wordt bedolven onder ijskoud bruut watergeweld. De vlammende draak koelt af en zijn torso brokkelt af. De brandweer wint alweer. Het macabere geraamte van wat eens een vrachtauto was, blijft over op de vluchtstrook.

Ondertussen praat ik met een Belgische collega die ook op de plek gearriveerd is. Ik herken hem in eerste instantie niet of nauwelijks. Hij heeft een blauw petje op, een blauw fleece vest met bijna onzichtbare opschrift "politie". Wat hem kenmerkt is wel wat hij om heeft hangen, een gevaarlijk ogende uzi. In België is dit wapenonderdeel eenvoudigweg in het politie assortiment opgenomen. De combinatie blauwig, weinig opsmuk en een donker dodelijk wapen geeft een macabere uitmonstering van een politiemens in België.

Dit in tegenstelling tot de kleding pracht en praal van Tom en mij. Wij zijn op kilometers afstand goed waarneembaar en goed zichtbaar door onze felgele reflecterende kleding. We zijn niet te missen door onze uitmonstering, een Brandaris voor noodlijdende schepen in de storm, zo zou je ons kunnen noemen. In Nederland is het tot nog toe rustig geweest op terrorisme gebied.

In België ligt terrorisme om de hoek. Maar Nederland ligt ook op koers in de spanwijdte van het potentiële risico. De Belgische collega vraagt hoe is het bij jullie geregeld en heeft daarbij zijn uzi vast.

Ik heb niet uitgeweid maar denk zelf dat er nog forse inhaalstappen nodig zijn. Van de andere kant stel ik mij de vraag van, bestaan er reële wapens om terrorisme te beantwoorden. Ik denk van niet. Laten we vooral gezond achterdochtig zijn en de angstaanjagende spoken in woord en daad mijden.

Dat lukt nog steeds goed in Nederland. Ik hoop dat het zo blijft. Maar ja de wereld is en blijft een vreemde “bol”.

Dan valt mij een witte Volkswagen bus op die met blauwe zwaailichten aan, stilstaat. In de auto zitten diverse oudere personen. Blijkt dat er een gewonde achter in ligt die met spoed naar het hospitaal moet maar zijn weg geblokkeerd ziet door de inferno. Een tijdje later is deze auto als enige langs de brand geloodst op weg naar consult en herstel. Andere mensen stappen uit en vragen wat er aan de hand is en hoelang het nog gaat duren. Dat is niet te zeggen, antwoorden Tom en ik in koor.

Dan krijgen we berichten dat bestuurders in de potdichte file omdraaien en al spookrijdend terugrijden naar Nederland. De autosnelweg is nog open en de verkeer gevaarzetting is daarbij niet gering. Ik regel via onze meldkamer een back Up aan de filestaart om zodoende te voorkomen dat onnozele waaghalzen anderen in gevaar kunnen brengen.

Tussentijds kunnen Tom en ik niet veel doen dan rust brengen onder de verontruste bestuurders en inzittenden. Dan valt mij mijn belangrijkste wapen van dat moment in. Ik trek mijn blackberry uit het lederen holster en begin met ijskoude vingers de social media te informeren. Ik plaats een paar berichten over het gevaar en de vrachtautobrand en roep op om niet te gaan spookrijden et cetera. Ik weet niet of mijn berichten aankomen want ik wordt steeds van KPN net afgegooid wegens ontbreken van de dekkingsgraad. Pogingen om op het KPN net te blijven lukken deels en vele mensen steunen mij en retweeten en delen mijn gevaarzetting. Voor zover mogelijk blijf ik de meldkamer informeren.

Tientallen brandweerauto's ook uit Nederland, de Rijkswaterstaat en anderen verlenen bijstand. Ook twee burgers in gele hesjes zijn vanaf het begin bezig om te helpen en de doorgang vrij te houden voor de hulpverlening. Chapeau voor deze mensen, met het hart op de goeie plek.

Terwijl ik weer een bericht de media in slinger hoor ik uit tegenovergestelde richting een vreemd metalen geluid, schuren, kling, boem, remmen en nog verdere metalen ondefinieerbare geluiden en vonken passeren mij en de vangrail met de andere rijbaan. Blijkt dat ramptoerisme de ogen en het stuur, richting brand en blauwe lichten als een magneet heeft aangetrokken. De bestuurder van de kinkelende auto heeft volgens mij met een hartverzakking zijn weg hard en trillend kunnen vervolgen. De auto is ongetwijfeld beschadigd. Vele bestuurders uit tegenover gestelde richting rijden zachtjes en vooral nieuwsgierig door. Enkel en alleen belust op rampbeelden en daarbij hun eigen veiligheid en vooral die van hun achterop-komers, achteloos vergetend.

Omstreeks 22.00 uur is er gelukkig weer een rijstrook beschikbaar voor het verkeer richting België.

Wij gaan retour Nederland. De file kan afbouwen. Er hebben zich gelukkig geen andere calamiteiten en ongelukken meer voorgedaan. Tom en ik zijn zichtbaar en vooral dienstbaar aanwezig geweest tot op grote afstand nota bene in België. Over jurisdictie heeft geen mens gemaald. Hulpverlenen is internationale business blijkt maar weer eens. Geen schietschijf maar een baken van herkenning voor lotgenoten. 

Daarna back to business as usual. We geven status 5,  einde dienst.


PS: ik mis wel de matrixborden met de rode kruizen van Rijkswaterstaat Nederland. Zo zie je maar dat elk land heeft zijn voordelen heeft.