vorige week heb ik een aparte casus behandeld samen met
collega Tom tijdens onze incidenten afhandelingsdienst. Ik kom daar zo meteen op
terug.
Op de morgen van 25 oktober 2015 is de wintertijd ingegaan. Buiten
is het zacht, droog en aangenaam weer, weer. Ik trap op de pedalen van mijn
psychologische metalen metgezel, mijn Batavus fiets, alias GI, de kilometers weg onder mijn zadel
en nader snel mijn plaats van tewerkstelling. Ik dacht altijd dat GI een afkorting was voor general infantery maar helaas het is galvanized iron. Dit terzijde.
Plots draai ik met mijn stuur een grote doorgaande weg naar het centrum in, GI volgt mijn inspanningen gedwee. Het
lijkt wel of de zon schijnt en mij verwarmt. Dat is niet zo, het is de zachtgele lantaarnverlichting die mij verwelkomt en mijn gestalte uittekent als een
donker silhouet op het fietspad onder mij. Dat silhouet beweegt zich even snel
voort als ik, hoe hard of langzaam ik ook fiets.
In de verte zie ik de tenten van de Oktoberfeesten. Ze zijn
verlicht als een aureool boven de stad. De mensenmassa's zijn vertrokken om hun accu op te laden of hun roes uit te slapen. Het is muisstil op een aangename manier.
Dan kom ik een voetgangster tegen met in haar bijzijn een grote hond die zijn
ochtend routine uitvoert en doet wat iedere hond doet. Ik vraag mij af of zij
net uit bed komt of mogelijk heeft deelgenomen aan de festiviteiten in de
bruisende stad, die nu slaapt of in een te kort coma ligt.
Wat hebben we het toch goed in Nederland. Een bruisende stad
vol met drank en plezier. Op het bureau hoor ik dat er diverse aanhoudingen verricht zijn
i.v.m. drank, belediging aan het adres van mijn collega’s en mishandelingen et
cetera. Deze daden moeten vanmorgen worden afgewerkt door mijn collega’s van de afdeling Opsporing. Er zullen wel verdachten zijn die nu ontnuchteren en een
minimale financiële kater overhouden aan hun verderfelijke acties van vannacht.
Misschien ook nog een "warm" onthaal thuis door het ongeruste gezin. Wellicht
moeten sommigen op de spreekwoordelijke blaren gaan zitten.
Aan het bureau word ik belast met de binnendienst intake, moeilijk maar ook mooi politiewerk.
Deze inleiding staat haaks op de casus die ik afgelopen week heb
meegemaakt. Collega Tom en ik worden door de meldkamer gedirigeerd naar een
kerkdorp in ons Basisteam. Dit dorp ligt een stukje uit de buurt van het
stedelijk gebied. Er is iets aan de hand met een waardevol transport en politie
assistentie is daarbij noodzakelijk. Op de bedoelde locatie gekomen is er
sprake van een technisch mankement. De waarde auto kan niet wegrijden i.v.m.
malheur en de tweede man staat in de kou en regen te vernikkelen en kan niet
instappen.
Aan het bureau word ik belast met de binnendienst intake, moeilijk maar ook mooi politiewerk.
Assistentie van het moederbedrijf is noodzakelijk om alles weer aan
het rollen te krijgen. Hun werkzaamheden lopen een flinke achterstand op. Het
is niet anders. Tom en ik beveiligen de plaats. De weg is druk met
verkeersverplaatsingen. Tja, het regent en niemand mag ten slotte nat worden. Dan maar benzine erdoorheen jagen in warme knusse blikken van auto's.
Ik raak in gesprek met de werknemer die nu buiten staat te
vernikkelen. Hij heeft korte mouwen aan en is niet voorbereid op een flinke
wachtpartij buiten zijn warme Transporter. Ondanks het feit dat de kou zijn
lichaam teistert geeft hij geen kik, zijn kippenvel op zijn armen en bleke
gezicht doen anders vermoeden. Hij heeft een verweerd en gegroefd gezicht.
Wanneer zijn persoonsgegevens genoteerd worden voor onze bureaucratie blijkt dat ik hem
zeker 10 jaar ouder ingeschat heb dan dat hij werkelijk is.
Zijn huidige werk doet hij pas sinds korte tijd. Hij is
afgezwaaid uit het leger en is twee keer op uitzending geweest in Afghanistan. Tijdens
zijn eerste uitzending heeft hij de leeftijd van 18 jaar. Hij heeft een leuk
Brabants accent en lacht veel alsof het allemaal normaal is wat hem overkomt en
niets uitmaakt. Zou het kunnen dat hij een lolbroek is, ik zie verdriet en leed
in zijn ogen, ik zal me wel vergissen of toch niet! Zouden droge tranen bestaan?
Ik vraag hem of hij zijn tijd in Afghanistan goed is
doorgekomen. Dat valt wel mee, antwoordt hij. Mijn moeder heeft zich dood
verschrokken toen ik na de eerste uitzending thuis ben gekomen zegt hij.
Minimaal 10 jaar ouder geworden is haar reactie bij het weerzien van haar soldaat en-kind.
Vroeger een feestbeest en nu behoorlijk volwassen geworden, zegt hij. In het zuiden van Afghanistan heeft hij patrouilles gereden en gelopen en is hij behoedzaam genoeg geweest. Hij heeft zwaar onder vuur gelegen in dat broeiende, hete land en hij heeft meegemaakt dat een kameraad op een berm-bom is gelopen waarbij de onderste helft van zijn lichaam is afgerukt. De Afghaanse mensen die hij is tegen gekomen zijn gehard in hun povere bestaan.
Vroeger een feestbeest en nu behoorlijk volwassen geworden, zegt hij. In het zuiden van Afghanistan heeft hij patrouilles gereden en gelopen en is hij behoedzaam genoeg geweest. Hij heeft zwaar onder vuur gelegen in dat broeiende, hete land en hij heeft meegemaakt dat een kameraad op een berm-bom is gelopen waarbij de onderste helft van zijn lichaam is afgerukt. De Afghaanse mensen die hij is tegen gekomen zijn gehard in hun povere bestaan.
De mensen in Afghanistan hebben geen tranen meer over.
Hij heeft gezien dat orde handhavers kinderen hard in gezicht hebben geslagen
met stokken. De kinderen hebben geen kik gegeven en verdragen alle pijn die hun
steeds maar weer wordt aangedaan. Daar is geen ontkomen aan.
Gevangenissen daar
hebben een soort van Heras hekwerk. Daar kun je gemakkelijk aan ontkomen. Echte
bij diefstal wordt normaliter volgens de rechtsplegingen een hand afgehakt. In
dit soort gevangenissen heeft hij vele verminkte mensen gezien die soms geen handen
meer hebben.
In Afghanistan groeit de ordeloosheid weer en vergroten de
stammen weer hun macht en territoir. Militaire uitzendingen en Missies zijn een
druppel op een gloeiende plaat en hebben ook bij de interventie krijgsmachten
veel bloed, zweet, tranen, ledematen en levens gekost.
In Nederland heerst op dat gebied een humaan klimaat.
Ik vraag hem hoe hij dealt met zijn oorlogsherinneringen.
Hij komt nog af en toe samen met lotgenoten, maten uit het leger. Dan praten ze
veel en dat doet hem toch wel goed. Voor buitenstaanders is het moeilijk om
begrip te hebben of voldoende inlevingsgevoel. Hulp zal hij zeker vragen mocht
hij deze nodig hebben. Daar is hij niet te trots voor, zegt hij tegen mij.
Hij kent de nodige gevallen van PTSS onder zijn kameraden. In dit korte gesprek deelt hij mij slechts een paar highlights mede. hij zal veel meer meegemaakt hebben! Daar ben ik van overtuigd.
Ik vertel de Brabander nog dat ik op mijn Facebook pagina
bevriend ben met Wounded Warriors. Piet Heuts –zo lees ik vaak- is de grote
initiatiefnemer. Piet Heuts helpt waar hij kan, ook vergezelt hij Wounded Warriors
/ militairen die in rechtszaken verwikkeld zijn om hun gelijk te krijgen met
uitkeringen en PTSS gerelateerde procedures als hun steun en toeverlaat.
Chapeau Piet Heuts, hiervoor.
De Brabander zegt dat dit een goed initiatief is en hij zal
indien voor hem nodig, ook hulp inroepen. Hij steekt zijn zoveelste sigaret op
en lacht nog wat alledaagse zaken weg. Alles komt goed, zegt hij.
Een medewerker van het moeder bedrijf komt met apparatuur en
even later is de Brabander zich aan het opwarmen in de Transporter. Hij lacht
alweer. Ik hoop dat met hem “alles good kump”!
Ik denk en verwacht dat zijn moeder elke dag opnieuw weer bezorgd
is over haar spruit. Ik denk dat het monster van PTSS hem om zijn nek hangt.
PTSS daar vraag je niet om dat overkomt je, helaas.
Het ga je goed Brabander! Denk ik en zwaai naar hem als hij
in de Transporter wegrijdt. Zoals hem zijn er vele lotgenoten. Ik wens hen alle kracht en
bijstand die zij nodig kunnen hebben.
In overleg met Piet Heuts van Wounded Warriors en met zijn
toestemming mag ik iets vertellen over deze non profit organisatie, wat ik dan ook
graag doe,
Wounded Warriors Netherlands is er voor alle - wel of niet -
lichamelijk en of psychisch gewonde (ex-)militairen/(ex-) geüniformeerde, diens gezin/familie en
directe sociale omgeving. Dus ook voor politie, ambulance en brandweer.
WWNL is er op gericht om haar leden op een actieve en
aansprekende wijze te stimuleren om een negatief levenspatroon stap voor stap
om te bouwen tot een meer zinvol en gezond bestaan.
Kernwoorden WWNL: Menselijk, Positief (I CAN) Laagdrempelig,
In de maatschappij, Altijd dichtbij.
Mensen in uniform beschermen alle anderen, vooral de categorie zonder uniform,