Translate

donderdag 18 oktober 2018

Dier kwelling of toch maar niet?

DE KOE EN HAAR WONDERBAARLIJKE GENEZING

Vandaag is morgen gisteren. We schrijven het jaar 2013, dus 5 jaar terug in de tijd.

Tijd voor een verhaaltje omdat het regent en ik in de buitenlucht alleen maar ongecensureerde droppende anonieme druppels zou ontmoeten op mijn klieder-natte pad. In tegenstelling tot deze zomer van 2018 in woestijnland Nederland,

Op een gegeven vrijdag ben ik met mijn girls op weg naar het o zo mooie Mergelland. De beginroute is vanouds weinig afwijkend van eerdere gelopen routes door velden, dalen en kleine berg-en-dal topjes.

Uren verder in de tijd, zie ik in een schuin hellend weiland diverse koeien, staan. Niets buitengewoons buiten het feit dat deze lekker buiten staan te grazen met hun parasol (diverse bomen) in de aanslag als een volleerde Mr. Steed van de Avengers om, de eventuele felle zonnestralen af te weren.

Het zijn prachtige beesten net als zebra’s zijn zij zwart wit gekleurd. Alleen deze soort heeft slechts drie kleurbanden rondom hun boddie. Zwart bij de schoft, wit in het midden bij de buik en weer zwart bij de batsen, lees “billen”. Schutkleuren, dat is een ander verhaal bij deze gedomesticeerde soort. Navraag bij Dr Google leert mij dat de koebeesten, Lakenvelders zijn, wat ik niet weet of wist.

Omdat me-and-my-girls een iets andere route willen lopen buigen we bij de Golfclub Wittem af naar links richting Schweiberg en Eperheide. Flink klimmen dat wel, maar het is een prachtige omgeving en dat maakt weer een hoop goed. Maar ja ook het weer, de temperatuur en het zonnetje doen een flinke zonnige positieve duit in het picknick zakje.

Door die koeienbeesten moet ik terugdenken aan “vreuger” lees vroeger, bie de Plisse. De koeien destijds zijn vaak als ondeugend te betitelen. Ze gaan over- of onderdoor de afrastering en dan moet in het holst van de nacht de Rijkspolitie opdraven om ongelukken tussen die koeienbeesten en niets vermoedende derden te voorkomen.

Het gras buiten de wei is altijd groener zullen we maar zeggen. Want opletten in het verkeer is er bij deze categorie niet bij. Daarom hebben tal van boeren schrikdraden –in de vorm van groene paddenstoelen- vastgemaakt aan de afrasteringsdraden. Maar ja alles gaat een keer kapot of wordt gestolen door onverlaten.

Geregeld wordt uw cowboypolitie, gealarmeerd om de koebeesten bij nacht en ontij in te vangen en daarbij hun camouflagekleur dragende warm gistende flatten te ontwijken i.v.m. slipgevaar!

Dat invangen gaat vaak gepaard met hilarische taferelen. Terwijl me-and-my-girls daar zo lopen moet ik plots aan een casus van een mogelijke dierkwelling, denken.

Ergens in de Bermuda triangel tussen Epen - Slenaken - Eperheide krijg ik via dagjestoeristen overdag een melding van een zieke jonge koe ergens in een weiland. Dit is een onvolwassen koebeest dus een pink of een vaars, herinner ik mij nog, en in dit geval een heel schichtig koebeestje. Deze loopt in een weiland met andere familiegenoten. Alleen deze schichtige, knijpt er keer op keer tussenuit en is niet in te vangen.

De boer weet mij ook niet te vertellen, waarom dit beestje doet zoals het doet! Omdat dit weiland grenst aan de openbare ruimte zijn deze toeristen uitgekomen bij dit kennelijke zieke koebeest.

Een gsm is in deze tijdspanne nog niet geboren. Dus op zoek naar een vast telefoonpunt. Een telefooncel waar verbinding gemaakt kan worden met muntgeld ontrafelt de casus tussen de melder en de politie en het op het juiste spoor zetten van de familie Hermandad, ikkie dus in dit geval.

Tegenwoordig is deze destijdse telefonie iets in de categorie van rookpluimen versturen en wachten op de tegenwind voor een eventuele respons! zoals in de prairies in Amerika, te doen gebruikelijk is.

op de opgegeven plek zie ik dat deze koe een soort halster van touw om zijn hoofd heeft. Dit halster heeft ie kennelijk van jongs af aan. Achter in de nek en op de neusbrug heeft dit te strak zittende halster zich ingevreten in het vlees tot op het bot. Dat moet al zijn/haar hele prille leven veel pijn gedaan hebben. Dus een eventuele ruk of een trek aan zijn halster, dat kan dit koebeestje derhalve niet verdragen. Vandaar de angst voor toenaderingen.

Een dierarts wordt erbij gehaald, het dier ingevangen waarna dit knellende halster een gore stinkende melange van bloed, pus en rottend touw kan dan worden verwijderd.  Dit touw heeft diepe wonden aan nek en neus achtergelaten.

Ik heb achteraf nog een nacontrole gedaan bij deze koe. De wonden blijken nagenoeg te zijn genezen. In onze ogen heeft die boer niet verkeerd gehandeld. Alleen een kwestie van verstoppertje spelen door deze koe heeft het diertje zelf pijnlijke parten gespeeld. De overige koeien in de wei hebben nergens last van en de verzorging is oké bevonden. Er zijn geen andere maatregelen of controles meer nodig geweest.

Dus eind goed al goed. Het beestje is niet meer bang.

Een andere moraal van dit verhaal is dat ook mensen vaak te lang wachten met hun ziektebeeld voordat zij naar hun huisarts gaan. De gevolgen zijn dan soms niet meer te herstellen. Angst voor ziekte en witte jassen is en blijft een slechte raadgever,