Translate

donderdag 29 april 2021

Selectieve- danwel actieve herinnering aan...


Vergeten doen wij allemaal, dat is nu eenmaal zo. Bij ons, de gewone meute, maar ook op het politieke pluche is vergeetachtigheid een kwaal. Ontkennen helpt want dan mag je verder naar honk twee en blijf je ideëel en ook praktisch gezien, aan de bal...

Ik probeer nu als test om uit mijn herinneringen tijdens mijn actieve politiejaren een aparte casus terug te halen.

Het is op een regenachtige herfstavond in Sittard. In die tijd regent het nog gewoon urenlang. Ook op deze gedenkwaardige avond. De lantaarnpalen schijnen hun warme lichten uit over de wegen en de inslaande regendruppels verzorgen priemende ritmische oprispingen op het wegdek, ook in kleine plasjes van verzameld regenwater enzovoort.

Ik heb die bewuste avond de middagdienst met collega Jan, die nu al ongeveer 4 jaar vrijwillig met pensioen is. Waarom, Jan heeft er genoeg van om gedienstig te zijn voor de steeds maar weer heftige onwelwillende maatschappij.

In deze tijd is het bonnenboekje nog een bonnenboekje en niet Meos op straat zoals nu te doen gebruikelijk, oftewel bonnenschrijven door te typen op de diensttelefoon. Een lastige taak voor oude dienders en heel gemakkelijk voor het jonge grut die met dit mediatelefoongedoe zijn opgegroeid en verknocht.

De regen klettert ook ritmisch op de ruiten van de politie dienstauto. De ruitenwissers treden op als een dirigent en wuiven alle ritmische regenspetters langszij. De magistrale faunistische regenaubade blijft aanduren en geeft de wereld om ons heen een heuse zwembadlook.

Vanuit onze ooghoeken zien wij plots een onverlaat uit het holst van de duisternis in ons blikveld. Hij draagt geen helm, zijn bromfiets maakt een oorverdovend geluid dat enigszins wordt getemperd door het optredende regenorkest. De bromfietser rijdt te hard. Voorts is zijn moordmachine niet voorzien van enige verlichting voor of achter. Hij is een vlotte schimmige vlerk die niet houdt van regels en in het bijzonder niet van verkeersregels en zijn toebedeelde plaats op de weg.

Omdat deze snelheidsduivel ons nog niet heeft ontwaard. Ik bedoel hier; niet heeft gezien, kunnen wij hem geruisloos en ongezien naderen, inhalen en zijn bromfiets snel en onverhoopt doen stoppen in de periferie van het centrum.

Het verlengde van deze verplichte halte op een weg in Sittard gaat linea recta naar de grens met onze oosterburen, in die Heimat.

Hij zit nog op zijn bromfiets wanneer Jan en ik uitstappen en hem aan een nauwgezette verkeerscontrole onderwerpen. Ik ken hem en zijn bijnaam en die is; Laaf of trol of ....vul zelf maar in, voor de intimi destijds op een datum en tijdstip diep in de vorige eeuw.

Dan blijkt volgens navraag dat zijn bromfiets 1. niet verzekerd is, 2. een bromfietshelm verplicht is, 3. de verlichting aan de laatste tiet hangt oftewel kaduuk is, 4. De uitlaat kapot is en last but not least 5. De bromfiets in deporabele staat verkeert.

Met Jan houd ik dan een kort motorkapoverleg over praktisch politieoptreden en de overtreding doen ophouden. Daarbij in ons achterhoofd houdende dat waarschuwen een gemiste kans is en verder rijden levensgevaarlijk is voor hem en eventuele andere verkeersdeelnemers. Er zou maar een kind, een oudere of wie dan ook met deze malloot in een botsing komen. Dat vergeef je je toch niet!

Deze notoire bestuurder, overtreder en crimineel heeft bij de politie al genoeg op zijn kerfstok staan en heeft reeds een memorabel palmares opgebouwd. Hij is ook nog volwassen maar door schulden en eigenrichting heeft hij bij zijn vader nog steeds, tegen wil en dank, een noodgedwongen onderdak.

Ik bel met zijn vader met mijn antieke diensttelefoon merk Nokia model 3110. Zijn vader, zijn relaas zal ik uit piëteit niet uit de doeken doen, vraagt of wij hem tot het einde der tijden, of woorden van gelijke strekking kunnen vastzetten. Dit voor zijn zielrust en gespannen situatie die zijn bloedeigen Trol dagdagelijks thuis veroorzaakt. Oh ja, hij zit ook aan de drugs, dat moge duidelijk zijn...

Ik beëindig het telefoon gesprek en bedenk een plotse oplossing. Jan en ik schrijven tig boetes uit. Die zal hij niet kunnen of willen betalen. Dan komt hij na verloop van tijd op de lijst voor aanhouding. Voor de korte directe termijn mag hij nu in ieder geval niet verder rijden.

Een bromfiets inbeslagnemen is not done en zeer lastig met vervoer en arbeids intensief met de papieren santekraam. Dan zie ik tussen de regendruppels door, want het regent nog stééds, dat de bromfiets een zichtbare bougiekabel heeft. Door een plotselinge demontage van de bougiekabel begeeft de kabel het en is de bougiekop los en onmaakbaar van het motorblok, verlost.

Jeetje de bromfiets start niet meer, overtreding van de baan, verkeersgevaarlijk rijgedrag opgelost, verkeersveiligheid 100% verhoogd. Aanrijdingsgevaar 100% verminderd.

Ik retourneer de bougiekabel aan de Trol. De bonnen worden aan het bureau uitgeschreven. Niemand zal van dit politie optreden opkijken, omdat niemand ons passeert op deze plek van staandehouding. Niemand hoeft de ambulance te bellen wegens letsel met deze bromfietsbestuurder.

Nu ik dit memoreer valt bijna alles weer op zijn stevige plek in mijn herinnering.

Tot einde dienst blijft het regenen op deze herfstavond, voordeel het grondwaterpeil blijft op peil, de straten worden schoon. De natuur versterkt...

Deze Trol blijft hard werken aan zijn strafpalmares dat met de dag zal blijven groeien!







zaterdag 17 april 2021

Directeur Lóbbes

Diep in de duistere spelonken van de vorige eeuw nog, werk ik als jonge diender bij het Korps Rijkspolitie. Op een zaterdag heb ik de ochtenddienst. In deze nostalgische tijden van weleer wordt in de weekenden het gehele wagenpark gewassen door externen, vaak zijn dat de kinderen van collega's met en bepaalde leeftijd, tegen een redelijke vergoeding.

De Volvo's 340 zijn op dat moment uitgerust als politievoertuig. Mét de ouderwetse Storno mobilofoon en vaste spreeksleutel aan een elastische kabel. De bureaus van weleer hebben een vast roepnummer en de surveillance auto's - k.s.a. - ook.

Het lijkt wel of er ook toen al stevig bezuinigd -ja ook toen al- op het materiaal en de dienstvoertuigen en met het kale interieur waaronder de stoelzittingen van de dienstauto's. Koud in de winter en loeiend warm in de zomer. Oftewel van een soort plastic-achtig skai onderverdeeld in een aantal naden die voorkomen dat je 's-zomers van de stoel af zou kunnen drijven door te zweten als een .arken. Er is dan nog geen airco behalve dan de airco die wordt toegelaten door de portierramen handmatig met de raamgrendel open of dicht te maken. Arbeidsvitaminen in de vorm van een radio zijn als eerste bezuinigingsmaatregel doorgestreept. Je zou ook maar eens niet opletten of in de diensttijd naar de radio muziek luisteren...

Enfin, dit alles  terzijde leggende, krijgen mijn collega en ik een melding van een loslopende gevaarlijk ogende grote hond ergens in ons bewakingsgebied. Hij is zwart van kleur, heeft krullen en laat zich niet benaderen door Jan en Alleman. Laten we zeggen dat hij toe is aan rust en de heerlijke etherische geuren die hij op zijn pad ontmoet. Logisch dat hij met rust gelaten wenst te worden.

We maken zijn actieradius kleiner en kleiner en op een gegeven moment is de hond op zichtafstand. Hij snuffelt en snuffelt zich een weg in de rondte Maar oogt geenszins gevaarlijk dan wel agressief. Wat ik wel weet is dat honden een onweerstaanbare aantrekkingskracht voelen naar auto's. Hij is groot van gestalte met een verzorgd voorkomen en schoon aan de haak een gewicht van 45-50 kilo, schat ik. 

Dan breng ik het dienstvoertuig vlakbij hem tot stilstand en benader deze Lóbbes, want zijn doopnaam ken ik niet. Na een korte snuffel-kennismaking stapt Lóbbes Frank en vrij in het hol van de leeuw, ik bedoel hier, hij neemt plaats als een directeur van een grote fabriek op de achterbank zitting van plastic skai, in ons dienstvoertuig. Hij bezet de gehele achterbank met zijn parmantige lijf en leden.

Het is nog vroeg op deze zaterdag. Meldingen omtrent het verdwijning proces van Lóbbes zijn er nog niet. Sociale media moet nog uitgevonden worden. De hele boel via de meldkamer in Mestreech alarmeren, heeft op dit moment nog geen toegevoegde waarde.

Aldus rijden mijn collega en ik met directeur Lóbbes een slag in de rondte. Hij vind het fantastisch en geniet van zijn taxirit in de westelijke mijnstreek langs velden, wegen behalve dalen want die zijn er bij ons niet. Af en toe wordt een snuffelpauze ingelast voor directeur Lóbbes, waarna wij gezamenlijk weer op pad gaan.

De ether op het politiekanaal blijft en blijft en blijft stil. Geen meldingen omtrent de vermissing van Lóbbes die nu in goede handen vertoeft.

Ik rijd met Lóbbes langs mijn eega die vertederd is van dit prachtige en lieve wezen. Helaas hebben wij al twee cocker spaniels bij de namen Tommie en Alfie. Op het bureau gaat Lóbbes mee naar de briefing oftewel koffiedrinken voor intimi. Hij lust geen koffie maar wel fris water en mijn boterham, die ik graag met Lóbbes deel.

Voor einde dienst zij  er nog steeds geen meldingen omtrent de vermissing van Lóbbes. Kennelijk en zeker is hij uitgezet, waarom? Dat mag Joost weten!

Dan leg ik contact met het dierenasiel in Geleen met de reden om deze lieve hond in handen van zijn verzorgers terug te brengen. Beheerder Noel neemt de hond op in zijn gelederen, want ook bij het dierenasiel zijn geen meldingen van vermissing gedaan. Ik neem afscheid van Lóbbes en laat hem in goede zorgen achter weliswaar achter slot en grendel, waar ik zeker weet dat goed voor hem,zijn natje en droogje gezorgd zal gaan worden.

Dan gaan wij onze diensten verder. Bij het naar buiten lopen hoor ik een hond jammeren, joelen en janken.  Ik vraag aan Noel, is dat Lóbbes.

Ja antwoord hij......Deze bouvier wil nog een ritje maken

Dan vertrek ik bij de Reddingsboei en daarbij de vraag in mijn hoofd, had ik hem toch persoonlijk thuis moeten opnemen, zonder .....