Translate

maandag 23 november 2015

de Noten-bende

Woensdag 11.11.2015 – notabene de dag van de aftrap en opening van het carnavalsseizoen - heb ik middagdienst incidentenafhandeling. Ik denk vaker van, wat zouden de mensen denken waar wij als politie überhaupt mee bezig zijn. Hopelijk denken de mensen dat wij goed werk doen en daarbij ons beste beentje voorzetten. Soms is ons werk lachwekkend, afgewisseld met lugubere-,gewelddadige of banale elementen. Deze onvoorspelbare- of onvoorstelbare mix krijgen wij dagelijks voorgeschoteld.

Ik zal trachten een reëel beeld te schetsen van een hectische politie middagdienst vanuit mijn perspectief als politiemens bekeken.

De meldkamer bombardeert ons tegenwoordig onophoudelijk met meldingen en assistenties van diefstallen tot hulpverleningen van macro tot micro niveau. Maar ook gebied overstijgende zaken, waar de maatschappij waarin wij met zijn allen leven, geen plausibele oplossing voor heeft.

Echter het hechten van onzichtbare wonden dat mogen wij niet altijd. Dat is niet altijd onze core business. Soms is er niemand, dan biedt uw politie doekjes voor het (on)zichtbare bloeden aan. 

Ik ben een half uur voor aanvang van mijn dienst op het bureau. Daar spreek ik met 2 volontairs die goed werk doen als onbaatzuchtige mantelzorgers in de hedendaagse 24-uur maatschappij. Zij zijn de preventieve ogen en oren in de wijken. Altijd weer prachtig deze mensen te zien die de maatschappij een warm hart toedragen en blijven participeren. Zij zijn fel rood gekleed en hun uniformen zijn geïndiceerd met het woord politie volontairs. Mijn gesprek met hen duurt iets langer. 

Normaliter komt de ochtenddienst binnen en geven hun auto´s en sleutels af aan de aflossende middagdienst collega’s bij de de- en briefing. Het werkaanbod en de targets worden dan normaliter uitgewisseld.

Deze middag loopt heel anders dan verwacht. Even na 14.00 uur loop ik onze werkruimte binnen. Het lijkt daar alsof er een orkaan heeft gewoed die in de maalstroom alle collega’s heeft weggevoerd naar buiten naar het publieke domein. De beeldschermen van de computers staan nog aan. Papieren liggen door elkaar, koffiebekers met de zwarte smeuïge substantie zijn haast onaangeroerd.

Jeetje, wat heb ik gemist in a split of a second. Blijkt dat alle politie-vogels zijn gevlogen naar een nabijgelegen supermarkt waar i.v.m. mobiel banditisme 3 buitenlandse dieven zijn aangehouden. Rondom de plaats van delict, een supermarkt wemelt het van de blauwe lichten en een veelvoud aan politiemensen. Ik hoor vrij snel dat de situatie onder controle is en dat de verdachten naar Maastricht gebracht worden voor hun voorgeleiding. De rit, de voorgeleiding met tolken et cetera duurt erg lang deze keer. Ook door de administratieve naslagen. Het is eenmaal niet anders.

Uiteindelijk krijg ook ik een opvallende politieauto ter beschikking. De meldkamer-man is blij met mijn bereikbaarheid voor de incidentenafhandeling. Hij heeft immers niemand meer ter beschikking op straat. Alle collega's zijn bezig met de afhandeling van de aanhouding van de verdachten. 

Ik haal snel mijn collega vanaf een ander bureau op en zijn dan volledig inzetbaar. We krijgen een paar meldingen van verdachte situaties die achteraf niets hebben betekend, blijkt ons na controle.

Dan krijg ik intern via het bureau de vraag om een kassière te gaan horen i.v.m. de aangehouden verdachten. Zij blijkt dan al naar huis te zijn gegaan. Ik meld deze klus aan de meldkamer. De meldkamer-man geeft onder voorbehoud toestemming want er is nog steeds geen andere surveillance beschikbaar. Mocht de nood aan de man komen dan moet ik het verhoor afbreken. 

In haar woning horen mijn collega en ik de kassière. Zij is in de winkel door een klant geattendeerd op een winkeldiefstal door de z.g. Notenbende. Deze hebben een hele kar vol met noten en koffie ingeladen voor een groot geldbedrag en zijn er gemoedelijk doch uiterst alert, tussenuit gepeerd. 

De kassière heeft alarm geslagen en gezamenlijk met haar collega's hebben zij de daders uit hun auto getrokken en in afwachting van de komst van de politie aangehouden. Daarbij zijn zij nog opzij gesprongen voor de vluchtauto. 

De twee collega motorrijders hebben veel verklaringen opgenomen van personeel en zijn direct na de gedane prioriteit 1 melding op eigen initiatief nagenoeg als eerste ter plaatse gearriveerd met een walm en geur van burning rubber op de dampende politie motorbanden.

Collega’s van de BT Opsporing worden geïnformeerd. De daders worden in verzekering gesteld. Dan begint de strijd op papier, de advocatuur, de tolken, het uitreiken van de rechten van de verdachte volgens nieuwe procedures. Alles moet in goed volgorde worden uitgevoerd en uitgereikt aan de verdachten anders krijgen we vormfouten en gaat de zaak linksaf.  De rechters zijn onverbiddelijk. Justitie en politie BT-Opsporing hebben een moeilijke klus in deze want de politie zal toch met het overtuigende en wettige bewijs over de brug moeten komen.

Later komen de arresterende collega’s terug van Maastricht. De middagdienst blijft onrustig. Ik krijg verzoeken om aandacht te geven aan vuurwerkoverlast met zwaar vuurwerk. In de betreffende buurt hebben mijn collega en ik ons een uur lang multitaskend opgehouden. In deze buurt hebben we ook nog hebben bemiddeld bij een drugs/psychisch probleem. Moeder zet zoon op straat. Hij wil niet geholpen worden, kennelijk. Ik ben benieuwd wanneer hij opnieuw in ons politie vizier terecht komt.

Verder nog in dezelfde buurt krijgen we nog een relatie probleem voor de kiezen waarin geen overwinning te boeken is. De rek is er allang uit in dit gezin. De bloedlijn is niet meer wat het geweest is, en zal niet meer verbeteren tot een algemeen aanvaardbaar familiair niveau.

Uren later terug aan het bureau zie ik de ochtenddienst motormuizen Paul en Karim nog druk typen. Zij hebben een bulk werk van de getuigenverklaringen en hun bevindingen van de winkeldiefstal die nog uitgewerkt moeten worden voordat zij naar huis kunnen gaan. Voor hun een veel te lange werkdag waar zij flink wat meer- of overuren op hun werkuren teller krijgen. Ze klagen niet. Het is nu eenmaal zo en soms is het niet anders. Een leuke treffende spreuk van de cursus Mentale Weerbaarheid.

Dan hoor ik dat andere collega´s weer aan de bak moeten met een opdracht om een verdachte te gaan aanhouden in een flat, ook nog tegen het einde van hun dienst. Ook zij klagen niet. 

Ik mag nog naar parkeerproblemen bij een Middelbare school, waar mensen denken hun auto´s uit hun handen te kunnen laten vallen tot frustratie in de buurt. Ter plaatse blijkt dat de meeste overtreders dan al weg zijn gereden. Normen en waarden in het parkeren kunnen altijd beter, toch!

Dan maken mijn collega en ik onze administratie op orde en krijgen we net voor einde dienst een melding van iemand die volgens zijn familie depressief is en best wel eens zelfmoord zou kunnen gaan plegen in zijn woning. Telefonisch contact is niet mogelijk. Het adres is nagenoeg onvindbaar. Een andere collega die nog in dienst is, rijdt uit collegialiteit en betrokkenheid nog even met ons mee.

We kloppen bij het juiste adres meermaals aan. Geen gehoor. Dan maar een telefoontje naar de depressieveling. En jawel hoor, de persoon meldt zich gelukkig bij ons aan de voordeur. hij is als herrezen uit zijn as en heeft absoluut geen planning op te houden met zijn leven, zo zegt hij. De familie aan de andere kant van de lijn is blij, gelukkig en opgelucht. Zij spreken elkaar telefonisch verder als wij in het holst van de nacht wegrijden richting bureau om status 5, einde dienst te kunnen geven.

De nachtdienst zal ons als middagdienst aflossen. Ook de nachtdienst collega's zijn ruim op tijd.

Dan weet ik niet wat er deze middag in de andere basisteams heeft gespeeld. Ongetwijfeld in mindere of meerdere mate van hetzelfde laken een pak. Dat hoor ik, dat weet ik, dat voel ik aan mijn theewater.

Soms valt het mee, maar altijd zijn we onder de mensen. Dat is mooi en goed zo! 

Saillant detail: De leden van de "Notenbende" zijn na hun voorgeleiding en inverzekeringstelling in bewaring gesteld voor maar liefst 14 dagen. Zij moeten zich nog vanuit detentie voor de rechter verantwoorden. Getracht zal worden om meerdere grove winkeldiefstallen in Limburg en Brabant aan hen te linken. Dit vergt nog een hoop onderzoek, maar deze bandieten zitten voorlopig opgehokt bij de politie.

Deze middag hebben we met zijn allen een klein crimineel korreltje zand in een grote woestijn onzichtbaar verplaatst. Maar wel zichtbaar gemaakt door dit verhaal.

Morgen is ons werkaanbod weer helemaal anders.





zondag 8 november 2015

Aangetroffen dode in het water en sociale media

Key to succes
Zomaar een ochtenddienst op 5 november waar ik gepland sta voor incidentenafhandeling. 

Om 06.30 uur sta ik paraat in full armor voor aflossing van de nachtdienst. Ik draai deze dienst met collega Armand, mooi. Ik bekijk eerst de administratie. Er zijn een paar adressen die aandacht vereisen i.v.m. inbraken, vernielingen, buitenlandse criminele aandacht en een adres i.v.m. loverboy praktijken. Multitasker als ik ben – ik kan bijna 2 dingen tegelijk- zal ik proberen aandacht te geven aan mijn gebied, als wijkagent wanneer de dienst dit toelaat.

Omstreeks 08.06 uur wordt er voor mijn wijkzaken roet in het eten gegooid en geeft de meldkamer een prioriteit 1 melding door. Er is een overledene in het Julianakanaal is aangetroffen door baggeraars die het kanaal aan het verbreden en aan het uitdiepen zijn. De melder staat nog op de locatie en de komst van de politie is nodig.

Armand en ik gaan meteen op weg en nemen nog de operationeel coördinator mee. Bijna ter plaatse geeft de meldkamer aan 2 andere surveillances een melding door van een zwaargewonde vrouw in een woning. Er is verder nagenoeg niets bekend. De andere collega’s kunnen deze taak goed aan. 

Armand en ik zouden hen graag willen assisteren. Helaas, deze keer kan het niet i.v.m. onze dode.

We rijden door en treffen op de locatie een groot baggerschip aan met langszij in het water een lichaam van een onbekende man. Achteraf blijkt de man al enige tijd in het water rond gedobberd te hebben.

Ik krijg een deja VU lang geleden met een vermoord meisje dat ik goed gekend heb, dat ook na speuren met een brandweerboot is gevonden in het water, niet ver hier vandaan. Ik heb haar toen meteen aan herkend, zoals dat in onze kringen heet. Een heel erg trieste geschiedenis nog steeds.

Terug weer naar hier en nu; er wordt de assistentie gevraagd van de brandweer. Zij komen per –auto en per -boot. Om de overledene aan wal te krijgen moeten we flink aan de bak door het lastige terrein en het niveau verschil. De collega’s van de Forensische opsporing onderzoeken de man om een misdrijf uit te sluiten. De man heeft van alles bij zich maar geen identiteitspapieren. Ik laat zijn lichamelijke toestand en andere trieste besognes weg uit dit verhaal. Niet mooi en niet prettig voor al onze zintuiglijke waarnemingen. De dood is nooit mooi of lief en het tijdstip van intreden duurt soms te kort of te langdurig bij lichamelijk of psychisch leed.

Dan ben ik zoals altijd weer heel blij met brandweercommandant Thei. Zijn doen en laten zijn van grote toegevoegde waarde. Hij handelt, denkt mee, adviseert, vraagt en pakt perfect aan en is met mens en materieel perfect voorbereid op elke job die hem en zijn brandweerteam te wachten staat. Ik denk dat als Thei niet bij de Brandweer zou hebben gewerkt dan beslist ergens anders in de hulpverlening. De brandweer is een heel belangrijke partner in de hulpverleningsketen.

Ongelofelijk hoeveel recherche- en hulpverleningsstappen rondom deze overledene ingezet worden. En dat pas na de ingetreden dood van een nog steeds onbekende. Dat hoort ook zo te zijn en te gaan in een modus van menselijkheid, betrokkenheid en professionaliteit.

Bij leven is er vaak geen of veel minder aandacht voor mensen in fysieke of psychische nood. Economische rendementen wegen in een spagaat met humanity, veel zwaarder.

We schakelen Real intelligence in en de buitenlandse politie instanties via de meldkamer. Want niemand kan en mag gemist worden. We komen niet achter de identiteit. De overledene wordt overgebracht naar een mortuarium voor verder onderzoek. 

Contact wordt er gelegd met de officier van justitie. Als na gedegen onderzoek blijkt er geen misdrijf is gepleegd wordt het lichaam vrijgegeven. Dit duurt nog een poos.

Een sleutelbos bij de overledene aangetroffen, wordt de “sleutel tot succes” richting bekend worden van zijn identiteit.
Armand en ik trekken vele tips en mogelijke treffers na. Zonder resultaat naar de identiteit vooralsnog.
Ik bel op verzoek van een collega uit Maastricht naar een adres waar een man vermist is. Ik vraag het familielid naar bijzonderheden van de vermiste. Dit vermiste familielid is niet onze overledene.

Ik weet dat een dergelijk telefoontje van de politie de gemoedstoestand aan de andere kant van de lijn kan opjagen. Ik probeer dit zo rustig als mogelijk te doen. Ik denk aan de door mij in te schatten emotie aan de andere kant van de lijn, dat het gelukt is om de rust te bewaren. Ook dit familielid wens ik verder sterkte en beëindig dan het gesprek.

Ik bekijk de politiesystemen aan het bureau. Echter er zijn zoveel vermissingen ongelofelijk in aantallen. Het rechercheren en zoeken is haast ondoenlijk, gelijk aan het zoeken naar een speld in een hooimijt. Gelukkig worden de meeste vermiste personen weer in levenden lijve aangetroffen en afgemeld in onze systemen. Sommigen blijven jaren als vermist opgegeven. Zwaar voor de achterblijvers. We doen wat we kunnen doen.

Een intelligence hit dirigeert ons met de sleutelbos naar de politie België te Liège / Luik. Vooral de vermissing en de Opel contactsleutel aan de sleutelbos zouden hier een treffer kunnen opleveren.
Met de police local gaan we naar de woning. Daar blijkt geen van de sleutels te passen op de huissloten. De foto’s aan het bureau doen ons standpunt versterken dat de overledene niet de vermiste man in België is.

Terug aan het bureau belt Armand met onze politie communicatie collega’s. Later is het mediabericht op L1 te lezen. Ik heb een foto gemaakt van de bos huissleutels die de overledene bij zich heeft gedragen. S-avonds na mijn dienst, plaats ik thuis de foto op mijn eigen facebook pagina en op de facebook pagina van mijn basisteam. Je weet maar nooit wie wat weet en niet geschoten is altijd mis. De foto is een open vizier en ik noem nog geen bijzonderheden. Het facebook bericht wordt meer dan 48.000 gelezen en meer dan 800 keer gedeeld.

De bos huissleutels, in combinatie met de sociale media, heeft opgeleverd dat de identiteit van de overledene nagenoeg dezelfde dag bekend is geworden. Dat noem ik pas een perfecte sociale media buurtparticipatie, chapeau.

De auto van de overledene staat desolaat op een parkeerplaats in de buurt van het kanaal. De Opel sleutel aan de sleutelbos past op het deurslot. Ook weer top-informatie die ons via het facebook bericht bereikt heeft. Laat in de avond wordt de mogelijke identiteit van de overledene bekend en nemen de collega’s van de nachtdienst de honneurs waar. Er worden verdere afspraken gemaakt over hoe te handelen.

Dan de volgende dag, 6 november. Ik lees de krant en zie het bericht van de overledene in het kanaal naast de reportage van de gewonde vrouw, waar verder nog een dode te betreuren is in de relationele sfeer.

Mijn collega’s hebben op het moment van optreden bij de gewonde vrouw in haar woning niet geweten of er nog ander dreigend gevaar of gevaarlijke gewapende figuren in het betreffende pand aanwezig zouden kunnen zijn. Zij hebben doorgezet en hebben minutieus met inachtneming van de veiligheidsaspecten alleen maar goeie keuzes in hun politie optreden gemaakt. Ga er zelf maar eens onvoorbereid op de consequenties, aan staan.

We kunnen stellen dat 5 november een drukke dienst is geweest voor de politie waarin onze collega’s van de recherche ook nog zijn ingeschakeld.

Een hele sterke schakel van samenwerking en vakmanschap tussen alle hulpverleningsdiensten en politie. We hebben voor de maatschappij weer iets kunnen betekenen, mooi zo.

Vervolgens > back to police business as usual < toch!