Translate

zondag 28 mei 2017

Pensioen in zicht?

Kenschetsend voor collega Jan, een pre-pensionado bij de politie.

Tegenwoordig mag politiepersoneel al met pensioen op de gerechtigde leeftijd van 67 jaar en 3 maanden. Om mij heen hoor en zie ik dat de politie nestors (v/m) beginnen te kraken in hun voegen en dat hun cement dat nog altijd verbindt, steeds verder af brokkelt.

Niet alleen door de reguliere werkzaamheden en daarmee gepaard gaande veranderingen, de ontembare bureaucratie maar vooral door het invlechten van de nieuwe Nationale politie organisatie. Volgens sommigen politiek correct opgedrongen. Dit is ogenschijnlijk voor niets en niemand meer bij te benen. Dan heb ik het nog niet over de criminaliteit en de bestrijding ervan die de krant dag dagelijks inkopt. 

Al deze hordes - en nog veel meer dat zich adhoc aandient - overwinnen is een schier onmogelijke opgave. De spagaat van het hedendaagse politieleven tussen fysiek en mentaal is een te ver uitgetrokken elastiek waar geen rek meer in zit.

Momenteel zwaaien frequent zoniet wekelijks collega’s af om te gaan genieten van hun wel verdiende prepensioen. Echter, ik heb nog geen collega zien afzwaaien vlak voor hun 67ste verjaardag. Er zijn zelfs bevoorrechte politiemensen die nog steeds een 18 maanden regeling kunnen aanspreken. Sommigen worden op de valreep van hun naderende pensioen gevraagd als adviseur voor de politieorganisatie.

Enkelen hebben –om de pensioensprong te overbruggen- de levensloop schatkist aangeboord. De politieorganisatie heeft nog steeds geen mooi gebaar gemaakt voor medewerkers die net zoals ik, al meer dan 40 jaar executief in dienst zijn. Voor het gros zijn geen mooie excessieve arrangementen weggelegd of in het vooruitzicht gesteld. In de toekomst kan de 58+ groep niet meer meedingen naar nieuwbakken verlofspaarregelingen e.d. Deze insolvabiliteit maakt een diepe indruk op velen, waaronder ik.

Ik vergelijk dan ook appels met peren en kom tot de conclusie dat wij bij de politie geen (te) zwaar beroep hebben! We staan wel steeds met onze voeten in de modder van de soms hedonistische samenleving. 

Sommige beroepsgroepen kunnen evenwel eerder met pensioen. Dat is een politieke keuze die niet in het voordeel van asgrauwe politiedienders werkt. Enfin, eufemistisch gezien moeten de meeste werkenden stug doorwerken tot ze er letterlijk bij neervallen.

Gespreksstof tussen oudere dienders gaat vaak in de trant van; “Ennuh hoelang moet jij nog. Hoe oud ben je nu, ennuh kun je eerder met pensioen? Herken je jezelf nog in de organisatie etc.”

Nieuwe targets worden onophoudelijk voor ons uitgepuzzeld in bombardementen van mails en regelingen. Veel druk wordt gevoeld van bovenaf maar ook van onderop.

Statistieken en pictogrammen geven onmiskenbaar weer wat er loos is in onze maatschappij en waar de focus van de politie(k) zou moeten liggen. In het kader van bijblijven en een leven lang leren vraag ik mij af en toe af wat er in mijn hersenpan nog bij kan aan informatie, targets, veilige buurten en netwerken. Ik verlang steeds meer naar rust, bezinning en voldoening.

Oudere politiemensen denken vaak aan vroeger en spreken vaak over die mooie vergane tijden. Toen geluk nog heel gewoon was en vooral beter. Dat is natuurlijk niet zo. Utopia is toch ook een utopie.

Mooie memorabilia worden als een antieke fietsenband opgepompt tot solitair knallende volumes, geadoreerd en fijnmazig geromantiseerd. Maar dan toch, zou er een kern van waarheid inzitten of zijn deze dagdromen toch een verlangen naar weleer. Of nog steeds het lekke fietsenband syndroom. Wie het weet mag het zeggen!

Ik heb ook zitten rekenen en heb mijn pensioen (in zicht) hartstochtelijk geraadpleegd. De ondoordringbare rimboe geeft mij meer vraagtekens dan geruststellende antwoorden. Dan kom ik steeds weer tot de conclusie dat er maar een ding belangrijk is en dat is je eigen gezondheid. Ten slotte zijn we allemaal – jong of oud-   eendagsvliegen.

#Stel je voor; je propt je hele leven in een dag. Dat houdt geen mens 2 dagen vol! Toch?

Plots, in mei van dit jaar wordt mijn aandacht getrokken door een verhaal of plezante roddel. Mijn gewaardeerde collega Jan gaat met pensioen. Politiemensen kunnen met prepensioen wanneer zij de leeftijd van 60 jaar en 6 maanden bereikt hebben. Dan krijgen zij uiteraard minder pensioen uitgekeerd en nog lang geen AOW uit de politie ruif. want dat kan pas met de gezegende leeftijd van 67 jaar. Jan heeft kennelijk uit eigen middelen gezorgd voor een financiële buffer. Bij leven en gezondheid zal hij met 67 jaar bovendien nog zijn AOW uitkering binnenloodsen. Ook zijn vrouw op haar beurt.

Wellicht voor hem een mooie bezinning- en overbruggingsperiode. Maar vooral helemaal geen politionele verplichtingen meer. Genieten van de kleine dingen des levens en tevreden zijn met een onsje minder. Doen waar hij zin in heeft en volledig ontstressen en rust en invulling van zijn leven opzoeken tot het tijdstip van aanbellen aan de poort van de heilige Petrus. Het zware juk van zijn schouders af laten glijden. Heerlijk lijkt mij dat en velen met  mij. 

Ogenschijnlijk heeft de mens steeds minder nodig hoe ouder hij/zij wordt, heb ik mij eens laten vertellen. Een fantasie of een kern van waarheid?

Het zou mooi zijn als er helderheid komt om eerder met prepensioen te mogen gaan zonder een sigaar uit eigen doos te moeten oproken met longen verpestende ingrediënten. In de omringende landen kan men nog steeds eerder met pensioen. Lange leve de verenigde E.U. Komen onze pensioenen in de toekomst steeds verder onder druk te staan? Op deze vragen en vooral op zinvolle oplossingen mag onze politiek en organisatie graag heel snel investeren.

Het nieuwe verlofsparen in politieland is nog een mogelijkheid in de nabije toekomst. Echter deze pijlen hebben geen doel getroffen en staan op de reserve bank vooralsnog. Of buffert men financieel gezien beter in zijn eentje gestaag door?

Ik heb een nieuw boegbeeld gevonden. Jan bedankt voor je inzet, je tekenkunsten en collegialiteit, het ga je goed,

En ik, Ik wacht nog ff af, hoelang? Tot mijn pensioen gerechtigde leeftijd of zoveel eerder als mij gegund wordt, bij leven en gezondheid, hoop ik


Ik ben zeer benieuwd naar ervaringen van collega’s die net als Jan ook met 60 jaar en 6 maanden met prepensioen gaan. 




zaterdag 20 mei 2017

een zatte uil

Ig hai noots gedag dat plat sjrieve zo moeilik is. Ig hub daorum gegoegeld en hub ‘n aantal weurd en sjriefwiezes gevunje op internet. Miene neef Paul dae sjrif plat wie oet het greune buikske. Ig ben dao nog neit so in begange. Ig weit waal dat se aan de bal muts blieve um un goal te maake.

Ik had nooit gedacht dat dialect schrijven zo moeilijk zou zijn. Ik heb daarom gegoogeld en aantal woorden en schrijfwijzes gevonden op internet. mijn neef Paul schrijft dialect als uit het groene boekje

Bie de Plisse in Zitterd wirk ig allang +40 jaor. Sjrieve euver mien werk is hobby gewoare en so zeen al heel get verrichtinge op getiep in ABN. Dan kenne de luuj  ins leeze wat der gebeurd is en wie veer es plisse us hiebie veule.

Bij de politie in Sittard werk ik allang. Schrijven over mijn werk is een hobby geworden en zo zijn er al heel wat verrichtingen op getypt in het ABN. Dan kunnen de mensen lezen wat er gebeurd is en hoe wij als politie ons hierbij voelen.

Lang geleeje alweer rie ig mit miene collega in Zitterd in de buurt van de Groote Kirk. Dan sjtuurt de meldkamer us nao het nabie gelege getske want doa zauw unne man ligge. Neit bekend op dat moment is of dae gewundj is of wat dan aug. Het getske is veul te sjmaal veur de plissewagel. Dus sjtappe veer oet en loape via dit getske nao de plaatsj wo dae man zou ligge. 

Lang geleden alweer rij ik met mijn collega in Sittard in de buurt van de Grote kerk. Dan stuurt de meldkamer naar een steegje dichtbij gelegen want daar zou een man liggen. Niet bekend op dat moment is of de man gewond is of wat dan ook. Het steegje is te smal voor de politieauto. Dus stappen we uit en lopen via dit steegje naar de plek waar de man zou liggen

Het bliek in de buurt van de auw sjlegterie van Schmeitz aan het Kirkeplein. Ig zeen dao vanoet het getske woa ig dan loap, unne man ligge op de sjtoep aan de kantj van de waeg. Hae lig sjtil en rustig. Es veer vlak bie 'm zeen bliek us dat dae man zo zaat is wie eh kanun in de Zittisje vastelaovend. De ambulance weurd door us metein aafbestjteld.

Het blijkt te zijn in de buurt van de voormalige slagerij Schmeits aan het Kerkplein. Ik zie vanuit het steegje dat een man op de stoep ligt aan de kant naast de weg. Hij ligt roerloos en rustig. Als we vlak bij hem zijn blijkt ons dat de man zo zat is als een kanon met de Sittardse carnaval. We bestellen de ambulance meteen af.

Misjiens haet dae drugs gebroek. Ig bekiek de man ins get beter, ig ken ‘m. Dae is vaak zaat en vervelend tegen de luuj maar aug teege de Plisse. Dae haet gein fatsoen of respect in zien pens veur anger luuj es er zaat is.

Mogelijk heeft de man drugs gebruikt. Ik werp eens een beter blik (niet letterlijk) op de man, ik ken hem. Hij is vaak zat ven vervelend tegen mensen maar ook tegen de politie. Hij heeft geen fatsoen of respect voor anderen in zijn lijf wanneer hij zat is.

In mien plisse deenste ben aug ig al vaak genug bie ‘m gewehs. Veer seen noe dat ‘r neit gewundj is maar waal sjterk unger invloed van veul alcohol en meugelik aafgeroomp mit drugs of zoget. Ig hub dan alvas mien haisje aangedaon. Ig wil mig gein infeksie of zo oploape. Dan schuddel ig ‘m ins flink doorein maar hae geuf geine kik, veul te vol is er alweier.

Tijdens mijn politiediensten ben ik vaak genoeg bij hem geweest. We zien nu dat hij niet gewond is maar sterk onder invloed van veel te veel alcohol mogelijk afgeroomd met drugs of zoiets. Ik heb mijn diensthandschoenen aangetrokken want ik wil geen infectie oplopen. Dan schud ik hem flink maar hij hij geeft geen kick, veel te vol is hij weer eens.

Inins kik ‘r mig aan wie unne zaate uul met rooj auge en begint te kalle mit dubbele tung. Neit te versjtaon veur nemes. Regop kumme en zitte lukh ‘m neit. Ig bel mit miene deinstelefon noa het buro om te vraoge wo dae zaate uul woont.  Miene collega is dan al te voot op waeg noa de VW transporter um ‘m in te kinne laaie en thoes te bringe. Hae blif mig intusje  aankieke. Dan vertrek er zien gezig tot un grimas. Ig sjtoan vlak bie en bin mig va geen kwoad bewus. Dan zeen ig inens dat er mit sien bein oethaolt en dat ‘r mig keihel teghe mien sjene sjtamp, zo zaat wie er aug is.  Wat unne zaate gekke uul!

Ineens kijkt hij me verdwaasd aan en praat met dubbele tong, onverstaanbaar. Rechtop gaan zitten uit eigener beweging lukt m niet. Ik bel met het bureau via mijn diensttelefoon om te vragen waar deze zatlap woonachtig is. Mijn collega is dan al te voet onderweg om de VW transporter op te halen om hem daarin naar huis te kunnen vervoeren. Hij blijft mij aankijken. Dan vertrekt hij zijn gezicht tot een boze grimas. Ik sta dan vlakbij hem en ben me van geen kwaad bewust. Dan zie ik dat hij plots uithaalt en mij met zijn voeten tegen mijn schenen schopt, zo zat als hij is. Wat een idioterie.

Ig dink bie mig zellef wat kriege veer dan noe! Het princiep van boets wieder boets kump in gedachte bie mig op en ig hanjel dao metein noa. Ennuh vervolges sjtamp ig ‘m meteen truuk teege zien peut.

Ik denk bij mezelf van wat krijgen we nou! Het princiepe van Boets wieder Boets kom meteen in gedachten bij me op en ik handel daar meteen naar. Vervolgens schop ik hem meteen terug.

Dat maak un bietsjke indruk op ‘m. Hae wilt noe regop gaon zitte. Maar dan zet ig sjnel miene voot op ziene borskas en hout ‘m unger controle. Ungerwiel bin ig nog sjteeds aan het belle mit het plisseburo. Ig weit dan alweier wo deze kwante minsjelike uul woont.

Dat maakt indruk op hem. Hij wilt alweer rechtop gaan zitten. Dat lukt dit hem niet. ik plaats mijn voet op zijn borstkas terwijl ik nog steeds met het bureau aan het bellen ben (multitasken is er niks bij). Dan weet ik waar de man woont.  

De luuj in de sjtad die intusje langsloape, kieke untzet noa mig  mer loape waal geweun wieer esof het normaal is dat unne plis mit siene voot op de borskas van unne man sjteit en um unger kontrole hilt. Mig liek, het mut niet gekker waere in Zitterd.

De mensen in de stad die langslopen en dit tafereel gadeslaan lopen gewoonweg door, alsof het normaal is dat een politieman iemand in bedwang houdt met zijn voet op degene zijn borstkas. Het moet niet gekker worden, lijkt mij.

Ig hub al mit genug bielkes gehak in Zitterd en dit bielke kent der aug nog bie.  

Ik heb al met genoeg bijltjes gehakt in Sittard en dit kan er ook nog bij.

Dann heur ig het diesel geluid van de plissewagel dae aan kump rieen. Miene collega en ig laaie vervolges de zoeplap in de plissewagel en brenge heum noa hoes.  De beste oplossing hieje en noehe! Zunger veul tiepwerk en zo!

Dan hoor ik het geluid van de politie auto in aantocht. Mijn collega en ik laden de man in en brengen hem naar huis. De best mogelijke oplossing hier en nu. Zonder veel typewerk en zo. 

Thoes veur zien veurdeur aangekome daet zien vrouw de deur oape. Is het weier zowiet, zeht ze. Joa, het is alweier sowiet.

Bij hem thuis aangekomen opent zijn vrouw de voordeur. Is het weer zover, zegt zij. Ja, het is alweer zover.

Dit gezin haet unne hoop klein kinjer. Dan denk ig bie mig zellef, wat mut hieje van tereg kumme!!  Jezuuke zal het waal weite of meugelik nog neit. Baeje um hulp zal ig maar zegge. Jeetje wat unne ambras!!! mit dae aomzeiker. Un boete sjrieve beteikent dat de kinjer niks te aete kriege. Dit gezin haet geine nagel um aan de vot te kratse, allein mer unne te hoge berg mit sjouwt.

Dit gezin heeft een hoop kinderen. Dan denk ik, wat hier nou van terecht komen. Jezus zal het wel weten of toch niet? Bidden om hulp is een optie in deze misère. Een boete uitschrijven betekent dat de kinderen niets meer te eten krijgen. Ze hebben in dit gezin geen nagel om aan de kont te krabben maar wel hebben ze een torenhoge berg met schuld.  

Veer laaie de zoepsjoet oet de plissewagel en goan effe later wieer mit angere opdragte van de meldkamer. Mien wiekwerk mut nog ff wachte. Want zaate luuj in Zitterd zeen togh belangrieker en goan veur, allein al um erger te veur te zeen,

De zatlap wordt uitgeladen en even later krijgen we van de meldkamer nieuwe opdrachten. Mijn werk in mijn wijk, daar is nu geen tijd voor. Zatlappen gaan immers voor al het andere politiewerk, om escalaties te voorkomen.

Miene collega en ig goan wieer mit us werk. En neemes wit wat veer oetgesjpook en gedaon hubbe, wie in de meiste gevalle.

Mijn collega en ik gaan verder met ons werk. En niemand heeft in de gaten wat we gedaan hebben, zoals zo vaak.

Weit dat veer bie de plisse us bes doan. Of het genug is?

Weet dat de politie haar best doet, is de inzet en betrokkenheid genoeg?

Truuk aan het buro mutte veer dees gebeurtenis en de rest aug nog op pepier zette. Jeetje!

Retour aan het bureau moeten we alle administratie uittypen, jeetje