Translate

zondag 8 november 2015

Aangetroffen dode in het water en sociale media

Key to succes
Zomaar een ochtenddienst op 5 november waar ik gepland sta voor incidentenafhandeling. 

Om 06.30 uur sta ik paraat in full armor voor aflossing van de nachtdienst. Ik draai deze dienst met collega Armand, mooi. Ik bekijk eerst de administratie. Er zijn een paar adressen die aandacht vereisen i.v.m. inbraken, vernielingen, buitenlandse criminele aandacht en een adres i.v.m. loverboy praktijken. Multitasker als ik ben – ik kan bijna 2 dingen tegelijk- zal ik proberen aandacht te geven aan mijn gebied, als wijkagent wanneer de dienst dit toelaat.

Omstreeks 08.06 uur wordt er voor mijn wijkzaken roet in het eten gegooid en geeft de meldkamer een prioriteit 1 melding door. Er is een overledene in het Julianakanaal is aangetroffen door baggeraars die het kanaal aan het verbreden en aan het uitdiepen zijn. De melder staat nog op de locatie en de komst van de politie is nodig.

Armand en ik gaan meteen op weg en nemen nog de operationeel coördinator mee. Bijna ter plaatse geeft de meldkamer aan 2 andere surveillances een melding door van een zwaargewonde vrouw in een woning. Er is verder nagenoeg niets bekend. De andere collega’s kunnen deze taak goed aan. 

Armand en ik zouden hen graag willen assisteren. Helaas, deze keer kan het niet i.v.m. onze dode.

We rijden door en treffen op de locatie een groot baggerschip aan met langszij in het water een lichaam van een onbekende man. Achteraf blijkt de man al enige tijd in het water rond gedobberd te hebben.

Ik krijg een deja VU lang geleden met een vermoord meisje dat ik goed gekend heb, dat ook na speuren met een brandweerboot is gevonden in het water, niet ver hier vandaan. Ik heb haar toen meteen aan herkend, zoals dat in onze kringen heet. Een heel erg trieste geschiedenis nog steeds.

Terug weer naar hier en nu; er wordt de assistentie gevraagd van de brandweer. Zij komen per –auto en per -boot. Om de overledene aan wal te krijgen moeten we flink aan de bak door het lastige terrein en het niveau verschil. De collega’s van de Forensische opsporing onderzoeken de man om een misdrijf uit te sluiten. De man heeft van alles bij zich maar geen identiteitspapieren. Ik laat zijn lichamelijke toestand en andere trieste besognes weg uit dit verhaal. Niet mooi en niet prettig voor al onze zintuiglijke waarnemingen. De dood is nooit mooi of lief en het tijdstip van intreden duurt soms te kort of te langdurig bij lichamelijk of psychisch leed.

Dan ben ik zoals altijd weer heel blij met brandweercommandant Thei. Zijn doen en laten zijn van grote toegevoegde waarde. Hij handelt, denkt mee, adviseert, vraagt en pakt perfect aan en is met mens en materieel perfect voorbereid op elke job die hem en zijn brandweerteam te wachten staat. Ik denk dat als Thei niet bij de Brandweer zou hebben gewerkt dan beslist ergens anders in de hulpverlening. De brandweer is een heel belangrijke partner in de hulpverleningsketen.

Ongelofelijk hoeveel recherche- en hulpverleningsstappen rondom deze overledene ingezet worden. En dat pas na de ingetreden dood van een nog steeds onbekende. Dat hoort ook zo te zijn en te gaan in een modus van menselijkheid, betrokkenheid en professionaliteit.

Bij leven is er vaak geen of veel minder aandacht voor mensen in fysieke of psychische nood. Economische rendementen wegen in een spagaat met humanity, veel zwaarder.

We schakelen Real intelligence in en de buitenlandse politie instanties via de meldkamer. Want niemand kan en mag gemist worden. We komen niet achter de identiteit. De overledene wordt overgebracht naar een mortuarium voor verder onderzoek. 

Contact wordt er gelegd met de officier van justitie. Als na gedegen onderzoek blijkt er geen misdrijf is gepleegd wordt het lichaam vrijgegeven. Dit duurt nog een poos.

Een sleutelbos bij de overledene aangetroffen, wordt de “sleutel tot succes” richting bekend worden van zijn identiteit.
Armand en ik trekken vele tips en mogelijke treffers na. Zonder resultaat naar de identiteit vooralsnog.
Ik bel op verzoek van een collega uit Maastricht naar een adres waar een man vermist is. Ik vraag het familielid naar bijzonderheden van de vermiste. Dit vermiste familielid is niet onze overledene.

Ik weet dat een dergelijk telefoontje van de politie de gemoedstoestand aan de andere kant van de lijn kan opjagen. Ik probeer dit zo rustig als mogelijk te doen. Ik denk aan de door mij in te schatten emotie aan de andere kant van de lijn, dat het gelukt is om de rust te bewaren. Ook dit familielid wens ik verder sterkte en beëindig dan het gesprek.

Ik bekijk de politiesystemen aan het bureau. Echter er zijn zoveel vermissingen ongelofelijk in aantallen. Het rechercheren en zoeken is haast ondoenlijk, gelijk aan het zoeken naar een speld in een hooimijt. Gelukkig worden de meeste vermiste personen weer in levenden lijve aangetroffen en afgemeld in onze systemen. Sommigen blijven jaren als vermist opgegeven. Zwaar voor de achterblijvers. We doen wat we kunnen doen.

Een intelligence hit dirigeert ons met de sleutelbos naar de politie België te Liège / Luik. Vooral de vermissing en de Opel contactsleutel aan de sleutelbos zouden hier een treffer kunnen opleveren.
Met de police local gaan we naar de woning. Daar blijkt geen van de sleutels te passen op de huissloten. De foto’s aan het bureau doen ons standpunt versterken dat de overledene niet de vermiste man in België is.

Terug aan het bureau belt Armand met onze politie communicatie collega’s. Later is het mediabericht op L1 te lezen. Ik heb een foto gemaakt van de bos huissleutels die de overledene bij zich heeft gedragen. S-avonds na mijn dienst, plaats ik thuis de foto op mijn eigen facebook pagina en op de facebook pagina van mijn basisteam. Je weet maar nooit wie wat weet en niet geschoten is altijd mis. De foto is een open vizier en ik noem nog geen bijzonderheden. Het facebook bericht wordt meer dan 48.000 gelezen en meer dan 800 keer gedeeld.

De bos huissleutels, in combinatie met de sociale media, heeft opgeleverd dat de identiteit van de overledene nagenoeg dezelfde dag bekend is geworden. Dat noem ik pas een perfecte sociale media buurtparticipatie, chapeau.

De auto van de overledene staat desolaat op een parkeerplaats in de buurt van het kanaal. De Opel sleutel aan de sleutelbos past op het deurslot. Ook weer top-informatie die ons via het facebook bericht bereikt heeft. Laat in de avond wordt de mogelijke identiteit van de overledene bekend en nemen de collega’s van de nachtdienst de honneurs waar. Er worden verdere afspraken gemaakt over hoe te handelen.

Dan de volgende dag, 6 november. Ik lees de krant en zie het bericht van de overledene in het kanaal naast de reportage van de gewonde vrouw, waar verder nog een dode te betreuren is in de relationele sfeer.

Mijn collega’s hebben op het moment van optreden bij de gewonde vrouw in haar woning niet geweten of er nog ander dreigend gevaar of gevaarlijke gewapende figuren in het betreffende pand aanwezig zouden kunnen zijn. Zij hebben doorgezet en hebben minutieus met inachtneming van de veiligheidsaspecten alleen maar goeie keuzes in hun politie optreden gemaakt. Ga er zelf maar eens onvoorbereid op de consequenties, aan staan.

We kunnen stellen dat 5 november een drukke dienst is geweest voor de politie waarin onze collega’s van de recherche ook nog zijn ingeschakeld.

Een hele sterke schakel van samenwerking en vakmanschap tussen alle hulpverleningsdiensten en politie. We hebben voor de maatschappij weer iets kunnen betekenen, mooi zo.

Vervolgens > back to police business as usual < toch!