Translate

zondag 31 augustus 2014

Traangas

Op een nachtdienst op een maandag ben ik samen in dienst met collega en hondengeleider Henny. Als wij tweeën en zijn diensthond Tiesto bij elkaar zijn dan gebeuren altijd de meest vreemde zaken. 

De kerkklok heeft al een nieuwe dag aangekondigd door 12 maal te slaan. Een nieuwe dag met nieuwe kansen zou je bijna denken. We hebben nog geen melding van formaat toegeschoven gekregen en wij bedenken ons al dat het een saaie nacht zou kunnen worden. Echter met Henny op dienst komen er altijd onaangekondigde verrassingen voor politie. Het is alsof we een officieuze uitdaging vormen voor weerbarstige types en -situaties.

Plots krijgen wij een melding van geschreeuw, getier, ruzie of huiselijk geweld op een locatie in ons eigen bewakingsgebied. Dit adres -ambtshalve bekend-  roept meteen veel negatieve associaties op van vruchteloze bemiddelingen, interventies en criminele activiteiten al dan niet verhuld in een waas van anonimiteit. Als stille getuigen op deze locatie; ontelbare incassobrieven als een berg van weerstand tegen de geldende Nederlandse rechts- en orderegels.

De politie als tentakel van het justitiële apparaat moet alles tot in den treuren kunnen bewijzen en reproduceren. Deze woonomgeving is sterk afhankelijk van handje ophouden m.b.t. de gouden Nederlandse sociale voorzieningen.

Overdag lopen hier slechts en alleen maar fictieve topsporters rond in 24/7 sportkleding op luchtige slippers, kennelijk voor het thuis bankdrukken.

De meldkamer hoeft niet veel toe te voegen aan mijn eerder opgedane ervaringen met dit pand en hun fysieke bewoners. Dus tuffen wij in onze politie bolide in versnelde ganzenpas naar deze plek des onheils toe. Gelukkig voelen Henny en ik elkaar feilloos aan als het spannend wordt, dus deze melding verhoogt geen adrenaline peil. Losjes bewegend,  nonchalant overkomend doch ongemerkt alert naderen wij deze poel des verderfs.

Hond Tiesto bleef in zijn bussen hondenhok. Tiesto namelijk heeft een offensieve sprankelende heftige bejegenings-attitude. Confrontaties met Tiesto betekenen altijd een positieve score op het blazoen van Tiesto en de score 0 op het blazoen van zijn offenders, maar wel binnen de wettelijke mogelijkheden.

De betreffende locatie, een appartementencomplex heeft aan weerszijden deuren en verdere onduidelijke woonruimtes voorzien van schichtige onzichtbare huisnummers. Lastig vooral als haast en optreden geboden is onder nachtelijke- en duistere omstandigheden. Dus alweer een doolhof. De achtergelegen gemeenschappelijke hal is verlicht. Op aanroepen werd niet gereageerd. We lopen de gezamenlijke gang in.

PLOTS pakte de ademnood ons letterlijk daadwerkelijk bij de keel. We krijgen geen lucht meer en onze ogen tranen als een tierelier. Wat gebeurt hier. We lopen meteen naar buiten om zuurstof en frisse lucht in onze longen te kunnen bijtanken. Dat is binnen niet mogelijk. Lang binnen blijven zou betekenen dat we onwel worden. 

We horen menselijk geschreeuw van iemand in uiterste nood. Afwachten is geen optie en dus met een verse teug lucht stuiven wij weer naar binnen in deze verstikkende ruimtes.

We zijn onbedoeld zelf slachtoffer van pepperspray of een ander bedwelmend middel geworden, blijkt achteraf pas. We blijven uiterst alert. Een mens kan in dit complex in doodsnood verkeren door geweld, zuurstofgebrek of wat dan ook. De status van dit gebouw en haar bewoners maakt deze gedachtegang goed mogelijk.

Hulpverlening aan hen die zulks behoeven staat in ieder geval heel hoog in ons politievaandel. Met de reeds geïnhaleerde forse teug aan zuurstof wordt de situatie nog en keer met een Quick look in ogenschouw genomen.

We ontdekken achteraan in de gang een kelderingang met stenen trappen omlaag, waar meerdere personen aanwezig zijn. Hoeveel er dit zijn is ons niet bekend. Een van hen is duidelijk in lichamelijke nood, gelet op zijn harde gillende geschreeuw.

Vreemd dat die personen beneden kennelijk geen of minder last hebben van de adembenemende vrijgekomen gassen in welke vorm dan ook. Een monddoek doet in zulk een geval, wonderen.

Henny sommeert iedereen, om naar boven te komen. Er komen - buiten het latere slachtoffer – een viertal duistere figuren bovengronds. Om de situatie nog duidelijker te krijgen gaat Henny weer de kelder in. Henny spreekt daar met het kennelijke - afrekenings -slachtoffer. Deze is nog nooit zo blij  geweest dat hij politie heeft gezien. Hij baseert dit op de blauwe ME-politiebroek van Henny in de verlichte kelderdeur die hij plots zag.

Ondertussen houd ik de 4 verdachte figuren –uit de kelder- buiten op de binnenplaats staande. Ik heb hun legitimatiebewijzen in mijn hand. 

Terwijl ik aan het wachten ben op assistentie van collega’s gebeurt er nog iets vreemds op deze locatie. Gelukkig zit Tiesto nog in de bus. Zelfs zijn woeste geblaf is innemend en rustgevend voor sommigen!

Door de poort komt een lichtkleurig bankstel als het ware aangevlogen. Dan blijkt dat dit bankstel gedragen wordt door een aantal donkere figuren die bezig zijn met dit transport en bezorging.

Deze personen hebben een klaarblijkelijke alibi voor dit moment en ik kan hen helaas niets nawijzen. Dit is eerlijkheidshalve ook geen onderzoeksargument nu, in de hectiek. Maar toch een bizarre onverwachte performance op een tijdstip waarop de meeste fatsoenlijke burgers in ons land op een oor liggen te slapen. 

De vier verdachte personen worden door ons aangehouden en ter voorgeleiding overgebracht naar het bureau. Op dat moment komt er nog een alarmmelding van een inbraak. Ook hier wordt aandacht aan gegeven. Gelukkig blijkt dit een loos inbraak alarm te zijn, echter dat weet je nooit van te voren.

De officier van dienst komt ook langs. Ik zie hem al denken van; die twee alweer. Hij pakt ook vanuit Strafvorderlijke hoek de zaak goed op. Achteraf gezien wordt door deze casus nagenoeg een heel district platgelegd door de aanhoudingen van 4 daders, hun overbrenging en het inboeken.

Gelukkig krijgen we geen nieuwe meldingen meer. Dus net genoeg tijd om de immense bureaucratie te steunen.

Achteraf is de zaak linksaf gegaan ingevolge de bewijslast en bewijsvoering. Maar strafvordering in eerste aanleg – boeven vangen- werd tot in de puntjes nageleefd. Bewijsvoering blijft helaas een niet te nemen horde. Hebben we een grove misdaad voorkomen, ja dus. Dat blijkt achteraf tijdens het ingestelde vervolgonderzoek. 

We hebben geen last meer gehad van ademnood. Alweer waakbaar en dienstbaar geweest. Onze modus is er een van voorzichtigheid en vooral doortastendheid.

donderdag 21 augustus 2014

Uitstraling nieuw uniform

Uitstraling nieuw uniform en zo

Tijdens mijn middagdienst van incidenten afhandeling en toezicht krijg ik een aantal basale zaken op mijn politie bordje. I.v.m. vakantie van een collega wijkagent heb ik zijn wijk ook in mijn portefeuille, gratis en voor niets, op basis van collegialiteit. Samen sterk. Het is vakantietijd dus mogen we stevig aan de bak want de meldingen, verzoeken, varia problemen blijven onaangekondigd toenemen als onkruid. Of zij nou in de portefeuille van de politie thuishoren of niet. Achteraf is het altijd een mooi gegeven als we als politie toch kunnen helpen en het verschil kunnen maken in de poel van menselijke ellende.

Dan lees ik in de media het bericht over de wijkagent. De grafieken en statistieken bepalen een concrete grootte van het verantwoordingsgebied qua inwoners, niet geografisch. Laat mijn gebied nu geografisch top en groot zijn. Qua bewoners aantallen iets minder groot.

Ik mag of moet tijdens mijn dienst met mijn collega 4 keer aan de bak wegens psychische urgente hulpvragen. Mensen springen uit een rijdende auto, willen voor de trein springen of schreeuwen op straat voor aandacht maar zorgen tevens voor ongewenste en beangstigende buurtoverlast. Dus doen wij keer op keer ons uiterste best voor deze categorie mensen met psychisch leed. 

Dat behelst vaak werken onder hoogspanning, weerstand en onbegrip in en met onze parallelle netwerken. Meldingen vinden plaats in de publieke ruimte van de diverse wijken, dus wijkwerk, ook al zijn het niet mijn wijken. Dat geeft niet als we maar het verschil kunnen maken.

Tussendoor blijkt toch maar weer eens dat het vaak de kleine dingen zijn die het doen en die mij een goed gevoel geven. Sta ik in mijn nieuwe kloffie voor een voetgangersverkeerslicht te wachten op de groene toestemming. Staan naast mij een moeder met een hummeltje van 3-4 die kijkt naar mijn imposante grote brede gestalte en nieuwe flitsende uniform inclusief cap. Ik ben ook gauw drie koppen groter dan dit kleine hummeltje. Ik zie hem staren naar mijn reusachtige verschijning! In de ogen van een klein kind ben ik natuurlijk al vrij snel groot en sterk! In werkelijkheid valt mijn imposante gestalte, reuze mee. Ik zeg hoi tegen hummeltje en hij groet mij blijmoedig met grote pretoogjes en zwaaiende handjes terug.

Als ik doorloop hoor ik hem zeggen mama van; die politieagent zei hoi tegen me. Ik loop een winkel binnen om een usb-stick terug te geven i.v.m. opnames van daders m.b.t. winkeldiefstal. Richting uitgang, zie ik een oudere mevrouw bij een rek met een mooie veelkleurige –Mondriaan- trui staan.

Een prachtig plaatje die trui, die mevrouw trouwens ook. Zij lijkt mij een zelfstandig mens. Ik kijk haar aan en zeg; mevrouw die trui moet u beslist kopen, die zal u heel mooi staan. Meent u? Jazeker een plaatje, jullie tweeën samen. Ik ben naar buiten gelopen maar in deze vakantie komkommertijd heeft het personeel volgens mijn zesde zintuig een mooie trui kunnen verkopen aan deze mevrouw met grey highlights als haardos.

Ik zei het al 4 keer op een middagdienst interventies gehad i.v.m. psychisch onverteerbaar leed. Ik zal geen details noemen in dit moeizame proces.

Sta ik met mijn collega bij de afdeling Eerste hulp te overleggen met de professionals, komt er een mannetje naar binnen gelopen. Ook weer zo’n klein hummeltje van drie turven hoog. Het ventje loopt rood-paars-blauw aan. Hij snakt naar adem, wat niet wil lukken. Er zit hem iets dwars, maar wat? Dat gaat niet goed denk ik, snelheid van handelen is acuut nodig.

Ik draai me naar hem toe, hij ziet me en schrikt zich gelukkig een aap. Hoe hij het voor mekaar krijgt weet ik niet, maar door mijn blik, mijn uniform inclusief felle indringende gele-donkere afgewisselde wespenkleuren, begint hij te proesten en tegelijkertijd gelukkig behoorlijke teugen zuurstof te inhaleren. Hierdoor kan hij vervolgens zwaar op hoesten. Hij buigt voorwaarts, ik denk jeetje, wat nu weer!

En jawel, hoor daar komt de aap uit de mouw en tevens de boosdoener. Een grote knikker die diep in zijn luchtpijp geklemd zat, komt met kracht tevoorschijn als een blindganger uit een bazooka. Het glazen projectiel rinkelt en kinkelt vrolijk op de vloer in steeds kleiner wordende sprongetjes tot hij stil voor het oprapen gewillig blijft liggen. 

Dat lucht hummeltje op, in de ware zin van het woord. Een flinke knikker, vreselijk zo’n ademnood, lijkt me. Het leed is gelukkig geleden. Toch gevaarlijk zo’n knikkers en kleine kinderen. Hoeft de Eerste hulp deze keer gelukkig niet in actie te komen dankzij mijn flitsende uniform en mijn reach out. 

Ben ik toch blij dat mijn uniform een keer grote schrik heeft teweeg gebracht. Toch wel leuk als je weer lucht krijgt!

Ik ga weer verder overleggen met de specialisten. Als mensen niet worden opgenomen vind ik dat beregoed. Echter mijn professionaliteit en betrokkenheid staan mij geregeld hierbij in de weg en blijk ik een lastige luis in de pels van de professionals te zijn. Ik wil niet dwarsliggen maar ik hoop dat ik nooit gelijk zal krijgen in mijn mening dat mensen intern geholpen moeten worden. Alleen mijn handen zijn gebonden. Dat weet ik ook wel, maar dan toch! 

Deze middag heb ik in de algemene publieke ruimte geen verzoeken met lagere prioriteiten kunnen honoreren. Misschien de volgende keer. Als het kan –binnen onze dienstverlening- helpen we graag, uiteraard ook buiten onze kerntaken.

De wijk blijft minimaal 24/7 in mijn gedachten.

Ben ik gisteren op de Integrale beroepsvaardigheidstraining samen met vele andere bekende- en mij minder bekende collega’s. Blijkt dat ik ook met vreemde collega’s van andere basiseenheden goed kan samenwerken. We oefenen reële praktijksituaties met een bevlogen docent die ons ongevraagd en onbemerkt stimuleert. Een eersteklas praktijk dag, met sporten, schieten en praktijk auto procedures. 

Het gaat in onze groep prima en we zijn allemaal tevreden met het behaalde resultaat.

#Op het laatst van de praktijk dag krijgen we een uur les en informatie over reanimeren en de AED. 

Dan moet ik weer terugdenken aan het hummeltje met de grote knikker in zijn keel. Hoor ik van collega’s uit het uiterste zuiden dat zij vaker reanimeren ook bij baby’s en kleine kinderen. Ik mag oefenen op een kinder-, baby- en een volwassen mens pop. Na goed oefenen, zit de opgedane kennis weer in mijn mindset.


Dit zijn voor mij toch maar weer de belangrijkste levens- en praktijklessen. Vooral als wij meldingen krijgen met onverteerbaar leed. Dan zou het toch prachtig zijn als we mensen, kinderen en baby’s weer aan een hartslag en aan het ademen zouden kunnen krijgen met de tools opgedaan tijdens de praktijk oefen dagen. 

donderdag 7 augustus 2014

AC/DC

Tijdens het grootste evenement aan het begin van elk jaar schijnt alles te kunnen. Iedereen lacht iedereen uit en het op de hak nemen van politieke dieren en gemeentelijke misstanden is een heus volksvermaak.

Op straat deinen de massa´s gedwee op de golven van de lalalah muziek. Dit feestgedruis krijgt bovendien koud en guur weer te verduren en wordt dus bestreden met- en weggespoeld door alcohol en verdere weerstand verhogende ingrediënten.

De spelregels van fatsoen, moraal en omgang zijn sterk aan verderf onderhevig door de inname van deze tover vloeistoffen. Mensen reageren amicaler dan de rest van het jaar. Iedereen schijnt dan overweg te kunnen met iedereen. Deze amicale omgang geldt uitsluitende tijdens de drie dolle dagen en een paar billen knijpende dagen voorafgaand aan dit evenement. Likkebaardendlessend.. voor slechts drie dagen moet de jaarlijkse lust verzadigen. Daarna wordt de stropdas weer recht getrokken. Terug naar Business as usual.

Om te zorgen dat iedereen binnen de fatsoensnormen blijft balanceren, is er politie op de been die zorgt voor een reële balans tussen plezier en het voorkomen van criminaliteit in zijn lelijkste vorm. Via een losse teugel van sociaal verkeer en uniform politie toezicht.

Tijdens een van mijn diensten tijdens de hondsdolle dagen zijn er diverse opstootjes in de stad die in de kiem worden gesmoord. Helaas is een illuster tweetal (man en vrouw) bezig om - puur voor eigen gerief - de boel ernstig te verzieken. Zij veroorzaken tal van mishandelingen, diefstallen en ook nog eens een straatroof voorafgegaan met bruut geweld. Iedereen is verkleed achter een mombakkes of andere street-art en het lukt niet een, twee, drie om deze daders in hun kraag te spotten. Ze verplaatsen zich onopvallend in de menselijke chaotische feestmassa van plezier.

Dan blijkt dat niet ieder slachtoffer of getuige goed heeft opgelet. De signalementen van deze twee daders blijven een grijs schemergebied voor de politie. Het is voor de uitgaande politie surveillances aanmodderen geblazen om desondanks de openbare orde weer terug in het gareel te krijgen.

Gedupeerde slachtoffers melden zich bij de politie. Het vang-net rondom de daders begint zich beetje bij beetje te sluiten, maar nog niet helemaal.

Door het gebrek aan specifieke signalementen lijkt de criminaliteit slechts te bestaan uit losse feiten. Achteraf blijkt dit niet zo te zijn. Steeds meer informatie rondom hun doen en laten kunnen wij als politie aan elkaar plakken. Ik zei het al, het is slechts een kwestie van tijd om de boeven in te rekenen.


Dan krijg ik onverwachts hulp van een paar van origine Schotse muzikanten uit Sidney, Australië. De jongens tokkelen in 1973 wat op hun gitaartjes en willen een band-je formeren. Het lukt hun niet om een goede naam te bedenken. Het gitaarspelen gaat wel voortreffelijk. Vooral Angus Young ontwikkelt zich als een kei. Dus helpt de zus van een van hen mee in de zoektocht naar een pakkende naam. Op een elektrisch apparaat leest zij de naam AC/DC; alternating current/direct current, oftewel wisselstroom/ gelijkstroom. Dat lijkt een leuke naam die meteen wordt uitgetest. De reputatie van AC/DC wordt wereldwijd bekend, reeds voor vele jaren.


Mijn collega en ik krijgen dan een melding van een mishandeling of ruzie bij een café in het stadscentrum. We zijn vlak in de buurt. Bij een café staat iemand onder invloed samen met en vrouw aan zijn zijde, dronken door alcohol en gebruik van drugs. Zij willen niet wachten en proberen er vandoor te gaan. Die kans krijgen ze niet. Ik neem deze Clyde, 100 kg schoon aan de haak, apart met mijn dwingende stalen rechterhand om zijn -in zijn dikke jas verstopte- arm.

Mijn collega staat bij zijn Bunny. We hebben de signalementen van het crimineel koningskoppel in ons achterhoofd met als voornaamste wapenfeit dat de man een T-shirt draagt met het opschrift AC/DC.

Dan roept mijn collega, kijk naar zijn T-shirt, Han. En jawel hoor op dit T-shirt prijkt parmantig de naam AC/DC. Het shirt is gedrapeerd over zijn brede borst en dikke buik. Hij draagt een donkere dikke jas. Zijn haren zijn blond. Hij zweet als een otter. Ik voel de zweetdampen door zijn dikke sauna kleding heen. Ik kijk in zijn ogen en zie slechts twee zwarte afwezige levensgrote pupillen die eindeloos voor zich uit staren. Ik denk niet dat zijn pupillen mij spotten als politieman. 

Ik heb hem met mijn rechterhand nog steeds stevig vast tegen een muur aangedrukt. Ik blijf rustig maar wel onverzettelijk. Hij wil zich gaan verzetten maar doet dit niet. Hij bedenkt zich, waarom?

Hij voelt mijn alertheid. Ik ben tot het uiterste gefocust. Hij trilt als een espenblad. Het zweet parelt van zijn gezicht. Zijn hele lichaam schudt, trilt en beweegt onophoudelijk als een trilapparaat gebruikt door het stratenmakers gilde. Het is alsof hij gaat ontploffen met een knal, echter dit spreekwoordelijk lontje ontvlamt niet in zijn eigen kruit. Nog niet! Maar het zou zo maar kunnen gebeuren. Onze pupillen raken elkaar. Zijn pupillen razen door zijn oogkassen. Ze springen alle richtingen uit. Ik zit ver binnen zijn persoonlijke levensruimte. Ongeveer neus tegen neus en ik waarschuw hem voor geweldtoepassing. Psychologisch sta ik ver op voorsprong, blijkt uit zijn gedrag.

Dan geeft hij zich gewonnen, zijn zweet blijft uit zijn lichaam komen en zijn lichaamswarmte doet er nog een schepje bovenop. Zijn lichaam wordt rustiger en zijn wilde blik verdwijnt als sneeuw voor de zon. Zijn ontploffing blijft achterwege. Ik heb porto fonisch op de voorhand  assistentie voor hun overbrenging aangevraagd en met burning rubber vervoegen zich collega’s in hun dienstauto bij ons. Ook zij zijn op zoek naar dit dader-duo en daardoor niet ver uit de buurt.

Bunny en Clyde worden overgebracht en in verzekering gesteld. Beiden zijn verantwoordelijk voor alle zware criminaliteit op deze dag. Iedereen blijft feestvieren en voor deze avond is de angel eruit gehaald. Niemand merkt er iets van dat twee ellendige criminelen zijn ingerekend. De massa deint onwetend verder op de lalalah muziek.

Op en top waakzaamheid en dienstbaarheid door politie in het feestgedruis van de samenleving.

Ook de resterende hondsdolle dagen blijft het rustig.

De daders hebben zijn voor justitie geleid en zijn veroordeeld door de rechter.