Op straat deinen de massa´s gedwee op de golven van de lalalah muziek. Dit feestgedruis krijgt bovendien koud en guur weer te verduren en wordt dus bestreden met- en weggespoeld door alcohol en verdere weerstand verhogende ingrediënten.
De spelregels van fatsoen, moraal en omgang zijn sterk aan
verderf onderhevig door de inname van deze tover vloeistoffen. Mensen reageren
amicaler dan de rest van het jaar. Iedereen schijnt dan overweg te kunnen met
iedereen. Deze amicale omgang geldt uitsluitende tijdens de drie dolle dagen en
een paar billen knijpende dagen voorafgaand aan dit evenement.
Likkebaardendlessend.. voor slechts drie dagen moet de jaarlijkse lust
verzadigen. Daarna wordt de stropdas weer recht getrokken. Terug naar Business
as usual.
Om te zorgen dat iedereen binnen de fatsoensnormen blijft
balanceren, is er politie op de been die zorgt voor een reële balans tussen
plezier en het voorkomen van criminaliteit in zijn lelijkste vorm. Via een
losse teugel van sociaal verkeer en uniform politie toezicht.
Tijdens een van mijn diensten tijdens de hondsdolle dagen
zijn er diverse opstootjes in de stad die in de kiem worden gesmoord. Helaas is
een illuster tweetal (man en vrouw) bezig om - puur voor eigen gerief - de boel
ernstig te verzieken. Zij veroorzaken tal van mishandelingen, diefstallen en
ook nog eens een straatroof voorafgegaan met bruut geweld. Iedereen is verkleed
achter een mombakkes of andere street-art en het lukt niet een, twee, drie om
deze daders in hun kraag te spotten. Ze verplaatsen zich onopvallend in de
menselijke chaotische feestmassa van plezier.
Dan blijkt dat niet ieder slachtoffer of getuige goed heeft
opgelet. De signalementen van deze twee daders blijven een grijs schemergebied
voor de politie. Het is voor de uitgaande politie surveillances aanmodderen
geblazen om desondanks de openbare orde weer terug in het gareel te krijgen.
Gedupeerde slachtoffers melden zich bij de politie. Het
vang-net rondom de daders begint zich beetje bij beetje te sluiten, maar nog
niet helemaal.
Door het gebrek aan specifieke signalementen lijkt de
criminaliteit slechts te bestaan uit losse feiten. Achteraf blijkt dit niet zo
te zijn. Steeds meer informatie rondom hun doen en laten kunnen wij als politie
aan elkaar plakken. Ik zei het al, het is slechts een kwestie van tijd om de
boeven in te rekenen.
Dan krijg ik
onverwachts hulp van een paar van origine Schotse muzikanten uit Sidney,
Australië. De jongens tokkelen in 1973 wat op hun gitaartjes en willen een
band-je formeren. Het lukt hun niet om een goede naam te bedenken. Het
gitaarspelen gaat wel voortreffelijk. Vooral Angus Young ontwikkelt zich als
een kei. Dus helpt de zus van een van hen mee in de zoektocht naar een pakkende
naam. Op een elektrisch apparaat leest zij de naam AC/DC; alternating
current/direct current, oftewel wisselstroom/ gelijkstroom. Dat lijkt een leuke
naam die meteen wordt uitgetest. De reputatie van AC/DC wordt wereldwijd
bekend, reeds voor vele jaren.
Mijn collega en ik krijgen dan een melding van een
mishandeling of ruzie bij een café in het stadscentrum. We zijn vlak in de
buurt. Bij een café staat iemand onder invloed samen met en vrouw aan zijn
zijde, dronken door alcohol en gebruik van drugs. Zij willen niet wachten en
proberen er vandoor te gaan. Die kans krijgen ze niet. Ik neem deze Clyde, 100
kg schoon aan de haak, apart met mijn dwingende stalen rechterhand om zijn -in
zijn dikke jas verstopte- arm.
Mijn collega staat bij zijn Bunny. We hebben de
signalementen van het crimineel koningskoppel in ons achterhoofd met als
voornaamste wapenfeit dat de man een T-shirt draagt met het opschrift AC/DC.
Dan roept mijn collega, kijk naar zijn T-shirt, Han. En
jawel hoor op dit T-shirt prijkt parmantig de naam AC/DC. Het shirt is
gedrapeerd over zijn brede borst en dikke buik. Hij draagt een donkere dikke
jas. Zijn haren zijn blond. Hij zweet als een otter. Ik voel de zweetdampen
door zijn dikke sauna kleding heen. Ik kijk in zijn ogen en zie slechts twee
zwarte afwezige levensgrote pupillen die eindeloos voor zich uit staren. Ik
denk niet dat zijn pupillen mij spotten als politieman.
Ik heb hem met mijn rechterhand nog steeds stevig vast tegen
een muur aangedrukt. Ik blijf rustig maar wel onverzettelijk. Hij wil zich gaan
verzetten maar doet dit niet. Hij bedenkt zich, waarom?
Hij voelt mijn alertheid. Ik ben tot het uiterste gefocust.
Hij trilt als een espenblad. Het zweet parelt van zijn gezicht. Zijn hele
lichaam schudt, trilt en beweegt onophoudelijk als een trilapparaat gebruikt
door het stratenmakers gilde. Het is alsof hij gaat ontploffen met een knal,
echter dit spreekwoordelijk lontje ontvlamt niet in zijn eigen kruit. Nog niet!
Maar het zou zo maar kunnen gebeuren. Onze pupillen raken elkaar. Zijn pupillen
razen door zijn oogkassen. Ze springen alle richtingen uit. Ik zit ver binnen
zijn persoonlijke levensruimte. Ongeveer neus tegen neus en ik waarschuw hem
voor geweldtoepassing. Psychologisch sta ik ver op voorsprong, blijkt uit zijn gedrag.
Dan geeft hij zich gewonnen, zijn zweet blijft uit zijn
lichaam komen en zijn lichaamswarmte doet er nog een schepje bovenop. Zijn
lichaam wordt rustiger en zijn wilde blik verdwijnt als sneeuw voor de zon. Zijn ontploffing blijft achterwege. Ik
heb porto fonisch op de voorhand assistentie voor hun overbrenging aangevraagd
en met burning rubber vervoegen zich collega’s in hun dienstauto bij ons. Ook
zij zijn op zoek naar dit dader-duo en daardoor niet ver uit de buurt.
Bunny en Clyde worden overgebracht en in verzekering
gesteld. Beiden zijn verantwoordelijk voor alle zware criminaliteit op deze
dag. Iedereen blijft feestvieren en voor deze avond is de angel eruit gehaald.
Niemand merkt er iets van dat twee ellendige criminelen zijn ingerekend. De
massa deint onwetend verder op de lalalah muziek.
Op en top waakzaamheid en
dienstbaarheid door politie in het feestgedruis van de samenleving.
Ook de resterende hondsdolle dagen blijft het rustig.