Translate

zondag 3 mei 2015

Politie humor

mijn dochter Lauren
Catwalk of SpecSavers!

Ik zit geregeld op de fiets op weg naar mijn werk of privé-sportief bezig. Deze keer een ietwat luchtig komisch verhaal. 

Voor een politie-werkoverleg moet ik naar een locatie in het naburige Geleen. Dus stap ik op mijn stalen ros en fiets erheen. 

Het is een mooie zonnige dag. De vogels sjilpen en sommigen onder hen  kwetteren ongevraagd door deze aria's, heen. Geen aandacht voor hun eigen cultuur. De grootste kwakers zijn bezig met hun kasteel en het aanlokken van vrouwelijk schoon. Dat gebeurt nu eenmaal ieder voorjaar. 

De laatste tijd als ik onderweg ben dan verwonder ik me regelmatig over de inname van de hele weg door automobilisten.

Ik rij regelmatig op de rijbaan. Tegenwoordig staan ook veel auto’s langs de rijbaan geparkeerd. Garages bij woningen zijn vaker depots van binnenhuis architectverzamelingen en dan waar ze oorspronkelijk voor bedoeld zijn, de heilige koe. Als fietser heb ik niet erg veel plaats nodig. Ik krijg wel geregeld een benauwd gevoel als ik weer eens in de goot gedwongen wordt. Hoe dit komt?  Ik maar ook andere fietsers vallen eenvoudig niet meer op in het verkeer, behalve dan de categorie thrillseekers die overal de verkeersregels aan hun laars lappen. Ook fietsers kunnen er iets van en vinden hun Waterloo wel of net niet. Ik kom hier zo meteen op terug.

Daar waar auto’s geparkeerd staan op de weg murwt zich heel vaak uit tegenovergestelde rijrichting nog een auto door op het voor mij bedoelde stukje weg. Ik rem dan af en wijk snel uit want ik wil niet onder een auto terecht komen. Tijdens mijn regelmatige uitwijkpogingen kijk ik de opponent bestuurder vaak in zijn niets vermoedende uitgestreken gezicht, aan. 

Het frappante in het gelaat van deze tegenligger is dat men mij überhaupt niet opmerkt. Ik ben nog minder dan een waas voor hun ogen, een onzichtbare vlek. Ik vraag mij af hoe dit dan komt? Ik ben niet de smalste. Ik draag opvallende kleding die pijn moet doen aan de ogen van de opponent, maar dan toch door blijven drammen. Jeetje, dat gebeurt mij steeds vaker. Zou het dan toch aan mij liggen?

Dan denk ik aan adequate oplossingen. Spec Savers of een of andere brilgigant in relatie tot verplichte ogen keuringen bij verkeerszondaars in spe. Bij jongeren zowel als bij ouderen.

Enfin in de late middag na het overleg, fiets ik met frisse moed huiswaarts. Ik snij wat grote doorgaande wegen af wel volgens de verkeersregels, het voordeel als je per fiets het asfalt trotseert. Daardoor kom ik op plaatsen en afkortingen waar je met de auto niet – legaal - kunt manoeuvreren. In Sittard nabij het centrum overkomt me opeens een ongebruikelijk komisch voorval.

Ik kan de kwestie in eerste instantie net niet aanstippen maar mijn zesde zintuig wel degelijk.

Terwijl ik daar fiets op een stuk rechte weg op rijbaan zijn er aan de rechtse kant tal van auto’s geparkeerd met daarnaast een breed uitgemeten trottoir, een ware voet-oase.

Een stuk voor mij fietst een oudere man in dezelfde richting als waarin ik mij voortbeweeg. Deze man passeert aan zijn rechterzijde vele geparkeerde auto’s die ik een paar tellen later ook zal passeren. Ik op mijn beurt wil hem inhalen want zijn snelheid is niet gelijk aan de mijne. 

Leuk om te vermelden is dat die man een bepaalde tred pedaleert, een labiele komische fiets mimiek. 

Deze malle voortbeweging op een fiets laat mij in gedachten stilletjes glimlachen. Ik heb hem door mijn alertheid goed in de smiezen.  Op het moment dat ik schuin achter die man op zijn fiets passeer, kan ik ongezien en ongestraft in het verlengde van zijn blik mee gluren of -turen. 

Ik zie een mooi betoverend tafereel in het blikveld voor hem waardoor hij als het ware gevangen is in een alles verzengende amoureuze focus. Op de voet- oase naderen twee voetgangers hand in hand. Eentje van hen is van het mannelijke geslacht. 

Maar die 2e voetganger maakt van mijn voorganger een spreekwoordelijke zwalkende fietsdweil.
Mijn innerlijke alarmbellen beginnen steeds harder te rinkelen op het moment dat ik naast hem fiets. Als aangeschoten wild rijdt hij volledig uit zijn spoor en komt van rechts naar links op mij af geslalomd. 

Hij is als verlamd, perplex, gebiologeerd, gevangen, in trance of wat dan ook door die tweede voetganger. Maar ik heb gelukkig het overzicht, de heliview en ik kan zijn gedachten hier en nu raden.

Die tweede voetganger dan. Het is een zij en naast haar onbeduidende mannelijke gezel valt haar beauty des te meer op. Zij loopt niet maar zij cat-walkt. Zij heeft een streepjes motief bovenstuk aan met lichte en blauwe afgewisselde mediterrane tinten. Haar torso wiegt mooi mee in de tred van haar catwalk.

Zij heeft ideale lichaamsmaten, een waar zandloper model met mooie slanke gebruinde benen op hoge hakken, welke haar benen behoorlijk mooi en sportief accentueren. Zij draagt een mooie zomerhoed en haar ogen zijn verborgen achter een classy zonnebril. Onder haar hoed komt tevoorschijn een modieus lang kapsel dat alweer mee wiegt in haar geoliede tred.

Door deze ietwat eufemistische omschrijving – daar heeft u ten slotte recht op als lezer – van deze mooie slanke blonde deerne is de adem van de zwalker ongetwijfeld gestokt en zijn zijn zinnen beneveld. Althans minimaal zijn tegenwoordigheid van geest, fiets souplesse en plaats op de weg!

Terwijl mijn innerlijke alarmbellen rinkelen wijk ook ik automatisch naar links uit. Ik mompel hem zachtjes toe van; Nou nou, gaat het nog, maar dan in Limburgs Sittards dialect. Ik wil hem niet abrupt uit zijn trance of zo, doen ontwaken of laten schrikken. Voorzichtigheid is derhalve geboden want het is uitkijken geblazen voor deze dagdromer op zijn fiets. Een paniek reactie op het harde asfalt is niet uit te sluiten.

Ik denk achteraf, dat ik met mijn ontwijkingsmanoeuvre de verkeersveiligheid uit de penarie heb gered. Tja, politieman ben je 24/7 dienstbaar voor de maatschappij, toch!

Met 24/7 bedoel ik niet 24 juli, dat mag duidelijk zijn.

Ik kijk nog een keer om, maar de man fietst weer gewoontjes verder aan de veilige zijde van de weg. Zal hij zich nu betrapt voelen in zijn gedachtegang of dagdroomt hij nog steeds?

Een ongeluk zit als altijd in een klein hoekje, nietwaar! Het wordt hopelijk weer een mooie zomer voor ons allemaal,