Translate

vrijdag 19 december 2014

Leiderschap en veranderingen



De blog  "De nieuwe kleren van de keizer" http://t.co/j1MYPLrpdF van prof. A.B.Hoogenboom zet mij aan het denken en brengt mij terug in herinnering aan mijn bijdrage in "Politie blauw" van 2013.

Mijn blog hieronder weergegeven, is nog steeds actueel te noemen, vreemd nietwaar.   

Mijn blog dan: De onderwerpen, interviews en items in het januarinummer 2013 van Blauw zijn interessant. Mijn aandacht wordt vooral getrokken naar het interview met de minister van Veiligheid en Justitie.

Waarin de minister al snel bekent dat hij niet de baas van de politie is, maar dat dit verankerd is in de driehoek van politie, openbaar ministeries en de burgemeesters in Nederland. Meteen wordt ingegaan op tal van vraagstukken die de politie aangaan.

Er wordt echter niet gerept over het conflict met de vakbonden. De bonden zien in aanleg naar 1 januari 2013 geen heil meer in overleg met de minister. Ik begrijp de vakbonden en ik ben blij dat ze inmiddels weer het overleg hebben hervat met de minister. Ik vind het volstrekt onjuist om sociaal statutaire zaken in eerste aanleg top-down te bepalen en dan in principe/feitelijk terugkomen op deze sociale menselijke aspecten. In verband met tegenwerking door de vakbonden. Zoals de reorganisatie, omvorming en aanscherping tot nationale politie. Echter politiewerk is mensenwerk en het kan niet zo zijn dat zaken die tientallen jaren op een bepaalde manier moesten worden uitgevoerd nu abrupt en geheel worden gestript en volledig worden afgebroken.

* De bureaucratie wordt niet voldoende assertief aangepakt doordat er tal van zaken weer ongevraagd volgens opdrachten bijkomen. Voorbeeld ID-zuil en extra werk dat iedere dag weer aan casescreening wordt opgedragen. Het openbaar ministerie blijkt in het kielzog van casescreening ook een onuitputtelijke bron van extra werk in lopende zaken. Het is maar de vraag of deze extra’s steeds maar weer het verschil kunnen maken in rechtszaken, waarin de rechter uiteindelijk beslist en uitspraak doet.

* Respect en geweld tegen politie is een onderwerp dat elk politiemens in Nederland aan het hart gaat. Zware strafeisen door het openbaar ministerie zijn een maatstaf maar geen enkele garantie. De rechter spreekt onafhankelijk zijn of haar oordeel uit. Daar wringt nu juist de schoen in geweldzaken. Ik denk zelf dat met betrekking tot uitspraken winst te behalen is. Wetgeving moet aangescherpt en voldoende duidelijk worden, opdat de rechter zijn werk eenduidiger kan doen. De mitsen en maren, zeg maar de psychische- en persoonsaspecten mogen wel meewegen. Maar is het noodzakelijk om deze aspecten altijd zo zwaar te laten meewegen, vraag ik mij af. Het publieke oordeel mag toch ook meetellen! Misschien jury rechtspraak!

* De minister oppert voorts dat er in het kader van geweld tegen politie een opdracht komt waarin de drie componenten van professionele weerbaarheid worden versterkt. Deze mentale krachttraining wordt ingepast en tot 2014 wordt iedere politieman/vrouw op straat hierin getraind. Ik heb deze training doorlopen en ben maar wat blij hierover. Echter een opschaling met 32 uur IBT per jaar is en blijft een druppel op een gloeiende plaat. Gestreefd moet worden naar wekelijkse conditionering in tal van zelfverdediging aspecten. Ik weet ook dat dit niet haalbaar zal zijn. Ik zou het alleen jammer vinden als politiemensen denken dat 64 uren oefenen per jaar voldoende is om de mentale weerbaarheid tot algemeen aanvaardbaar peil op te kunnen schroeven. Ik vraag mij bovendien af waar die 64 uur per politiemens op straat, vandaan moeten komen. Dit zal de normale werkdruk van de politiemensen in kwestie verder onder zware mentale- en lichamelijke druk zetten.

* De professionele ruimte moet verder uitgebreid worden. Dit betekent ook buiten de lijntjes kleuren als de situatie zulks rechtvaardigt. Als voorbeeld: we schoppen toch een deur in krachtens het nieuwe artikel 3 van de politiewet (hulp te verlenen waar nodig en erger te voorkomen) als iemand in nood is. Dit proces moet voortvarend en ondubbelzinnig worden weggezet in de nieuwe werkwijze en aanpak van de nationale politie. Dat is toch operationeel leiderschap waar het om draait vanaf vandaag. Dus hoofdzaken aanpakken en niet met een kanon op een mug schieten in de bijzaken die ons in de weg blijven staan en achtervolgen.

* Politioneel draagvlak en uitvoering wordt hierdoor eenduidiger, beter en professioneler. Ik weet zeker dat politiemensen op straat verkregen opdrachten niet - zonder zelf na te denken - invullen zonder daarbij persoonlijk vakmanschap en ervaringen, hiernaast te plaatsen. Voor politiewerk is eigenlijk geen standaardisering mogelijk.

Wel wettelijke aspecten en politioneel optreden in het publieke domein in navolging van de bepalingen van de politiewet. Maar continu bevestigen uitzonderingen op de regel de ongewenste feitelijkheden. Dan gaan politiemensen uiteindelijk interpreteren en vertalen wat van hogerhand gecommandeerd is. Politiemensen zijn pragmatisch, maar geen robots die ongevraagd uitvoeren wat aan hen is opgedragen. Zonder ook maar persoonlijk een Touch hieraan toe te voegen.

Vele van de huidige wetten zijn onwerkbaar in vooral uitvoering en handhaving. Een en ander staat loodrecht op de frase dat iedereen de wet behoort te kennen.

* Inderdaad is het hoog tijd dat de politieleiding leiding gaat geven en niet meer van achter het bureau bepalend is voor de aanpak op straat. De leiding zal bruggen slaan naar de politiemensen en samen zal beheer en uitvoering bij de politie sterker ondersteund worden ten faveure van het politiewerk op straat en de bestrijding van de criminaliteit. Wij allen, de leiding meegerekend, zullen ook samen opnieuw opgevoed moeten worden met de importantie van geweld en politiewerk onder verzwarende omstandigheden op straat. Dus korte en heldere lijnen moeten een her-start vormen in de kielzog van de uitvoering Nationale politie. Dat betekent dat ieder politiemens deze handschoen kan, mag en moet oppakken. Daar worden we met zijn allen beter van. Het vertrouwen vooral op straat zal door nieuwe aanpak sterk groeien.

Uiteindelijk moeten de burgers meer omarmd worden in politiezaken. Daarbij vooral als informatiegever. De burger mag echter geen gevaar lopen fysiek, mentaal dan wel het bekend worden van diens identiteit. Dit moet steeds meer en beter gewaarborgd gaan worden in community policing vanaf afgelopen 1 januari 2013!

PS: We zijn nu bijna 2 jaar verder en er is nog steeds weerstand tegen de voorgenomen politieke plannen van de vorming tot Nationale politie. De korpschef -onder auspiciën van de politiek- gaat aanstaande januari 2015 in overleg met de bonden en de COR politie. Ik ben benieuwd, u toch ook?