Translate

vrijdag 10 mei 2019

Reanimatie


Binnenkort ben ik wijkagent af door onoverkomelijke fysieke beperkingen.

Het toeval wil dat ik struin in mijn politieblogs www.hantummers-wijkagent.blogspot.com. welke ik de laatste jaren met jullie heb gedeeld.

Vele ervaringen heb ik aan papier toevertrouwd maar ook heel veel opgedane bagage niet om reden dat dit nu eenmaal niet kan volgens persoonlijke overwegingen en uit piëteit met de nabestaanden.

Ik heb diverse reanimaties als politieman meegemaakt en denk er plots weer aan.

Soms met levensbehoud na een geslaagde reanimatie waarvan de persoon in kwestie, nota bene heeft aangegeven via een codicil dat hij niet beademd of gereanimeerd wenst te worden. 

Conform deze ultieme laatste wens of wilsbeschikking worden dan ook daadwerkelijk de medische handen afgetrokken van menselijk leven dat het niet haalt om eigenmachtig zonder zorgrijke hulp te kunnen existeren. 

Euforische gedachten van alle zorgpartijen worden bij het staken van levensreddende intensive care handelingen dan bruusk afgebroken. Soms willen mensen nu eenmaal geen uitzichtloos leven als dat van een kasplantje, geïsoleerd raken van het feitelijke leven. Soms moeten we kunnen accepteren dat de wil om verder te leven op is.

Hartfalen overkomt zogezegd net die mensen die, midden met hun gezin en kinderen volop in het leven staan en plannen maken. In de zon, in pais en vree, toekomstgericht, dagdromend en fantaserend, werken en leven in balans, met twee voeten op de grond...

Soms komt er een bliksemschichtige streep door het leven, onverwacht, onverbiddelijk, tergend, alles vernietigend, zonder waarschuwing abrupt eindigend, R.I.P.

Dan heb ik een noodhulp dienst en worden mijn collega en ik door de meldkamer belast met een prioriteit 1 wegens reanimatie ergens in ons bewakingsgebied. Mijn collega is bestuurder en ik op dat moment zijn co-piloot. De AED zit achter in de kofferruimte, bedenk ik mij. De locatie is een flink stuk uit de buurt.

We maken werkafspraken. Ik zal zo snel als ik kan naar de betroffene toelopen en mijn collega, met de AED, achter mij aan. Denken om het bovenlijf te ontkleden en de instructies lezen om de pads goed te bevestigen en vooral geen onnodige tijd verliezen.

Veel hartmassage toepassen en weinig beademen is thans de werkwijze. We rijden met toeters, bellen en burning rubber naar de opgegeven locatie ergens in de buitengebieden van onze Basiseenheid.

Hierdoor een stress verhogende situatie. Vooral om de tijdspanne en de afstand te kunnen overbruggen. We dragen het verplichte harnas, het is ook nog gloeiend heet buiten, gortdroog net als in de verzengende Sahara-woestijn. Zonnestralen geselen de wereld om ons heen en verdampen onnodig levensvocht van mens en dier en verdere flora en fauna tot op het droge bot of een dorre vegetatieve-plantenstengel.

De veldwegen zijn droog en onze metalen dienstauto doorklieft deze brei van stoffigheid die achter ons weer snel hun rijen in een aaneengesloten donkere wolkenbrij naadloos sluit. Kennelijk om de ontstane crisis liefdevol aan het oog te onttrekken.

Van alles spookt er door mijn hoofd maar vooral de gedachte of we nog op tijd zijn om te helpen. Dan arriveren wij op de onheilslocatie, de eerdere stofwolk als het ware als een ballon achter aan de knalpot geplakt, meevoerend.

Gelukkig zijn er buurtbewoners met de ongelukkig getroffene in de weer. Een fantastisch daad en uitermate geruststellend voor ons. Menselijke naastenliefde en zorg optima forma. De ambulances zijn er nog niet. Maar wel hoorbaar in de verte en rap in aantocht.

Ik neem de reanimatie van de uitgeputte buurtbewoner over. De tweede blijft beademen. Dan komen er vreemde gedachten los. Reanimeren heb ik meestal gedaan tijdens de jaarlijkse oefensituaties met een plastic pop die nooit levend of dood is en zonder emoties of menselijk falen de oefen sessies doorstaat.

Reanimeren is echter meer dan tellen en ritmische bewegingen om leven in nood te verlengen.

Deze overlevingsstrijd is een nare bedoening; levensecht, onwillig, stil, van vlees en bloed met een haperende zuurstof toevoer die niet door de aderen kan vloeien via het hart.

Tijdens het reanimeren voel ik andermans vlees, ribben, borstplaat en lichaamswarmte die ik ritmisch bewerk onder mijn handen.

Ik kijk opzij naar het gezicht van de getroffene dat meedeint onder mijn ritmische handendruk. Zonder enige emotie, stil in nood en vechtend. Zijn gelaat is grauw maar gelukkig is het lijf nog warm en daarmee is er kans op overleving.

De ambulancedienst is vrij snel na ons met 2 ambulances ter plaatse, zij observeren vlot en halen alles uit de ambulances wat maar nodig is en lossen de burgers en ons af.

Professioneel gaan zij aan de slag met hun professionele apparatuur.

Dan arriveert de gewaarschuwde familie op de locatie. Nadat ik ben afgelost praat ik meteen met de eega en probeer haar gerust te stellen. Ik weet echter dat dit niet kan. 

Haar emoties en lichaamstaal laten mij vermoeden dat zij het niet vertrouwd. Ik praat rustig met haar maar mijn woorden ........

De getroffene wordt na enige tijd  transportabel bevonden en met gezamenlijke krachten in de ambulance geheven om daarna met spoed te worden vervoerd naar het ziekenhuis. Zijn eega rijdt mee.

Ik heb twijfels of hij het redden zal.

Later, terug aan het bureau praten is er een collegiaal gesprek en kunnen wij eventueel collegiale bijstand aanvragen.  Daar zien wij vanaf en gaan even later weer verder met ons reguliere werk in de noodhulp dienst. Na reanimeren, business as usual variërend van overlast meldingen tot prioriteit 58 achter de komma.

In stilte duim ik voor het slachtoffer en blijf dagenlang ongerust over de uitkomst.

Tot het moment waarop ik de krant opensla en bij de overlijdensadvertenties lees dat..