De ochtenddienst
incidentenafhandeling begint voor ons al om 06.45 uur. Dan al zitten collega
Rielke en ik in de politieauto op weg naar een aanrijding binnen onze basisteam
grenzen. De nachtelijke vorst is debet geweest aan het feit dat op een rotonde
de middelpunt vliedende krachten zich tegen de te minimale stuurkunsten van een
nogal jonge rijbewijsbezitter hebben gekeerd. De onbestuurbare auto wordt door
de gladheid tegen een enorme onwrikbare ANWB paal geschoven. De auto heeft de
voorste as gebroken. Buxus struiken zijn geknakt. We bestellen de takelauto en
helpen met de schade formulieren. Mooi MEOS (opzoeken verzekeringsgegevens en
personen etc.) op de politie gsm waardoor we snel de verzekeringsgegevens en zo
naar voren kunnen toveren.
Het wachten op de
takelauto duurt erg lang maar de zon verblijdt ons en zorgt ervoor dat de
gladheid (als sneeuw voor de zon) snel verdwijnt. Meer autopech door de
gladheid is hier debet aan.
Even later stuurt de OC
–meldkamer- ons naar een adres waar een persoon kennelijk ontvoerd is en tegen
zijn of haar wil in een auto is gepusht. Body language van de kennelijk
onfortuinlijke persoon laat een getuige met spoed via 112 de politie alarmeren.
Dit is niet pluis denkt de getuige over wat zich op afschuwelijke wijze heeft
afgespeeld op zijn netvlies.
Rielke en ik zijn niet
ver af van de locatie. We rijden met gezwinde spoed naar de plaats des onheils,
in strijd met diverse basale verkeersregels. Dat mogen we gelukkig in geval van
nood. Net voordat we arriveren, blijken de hoofdpersonen van dit dispuut in een
auto te zijn vertrokken met een nog onbekende bestemming.
Onderweg hebben we het
kenteken van de wegrijder van OC gekregen, maar dit is foutief blijkt achteraf
op de plaats van delict (pd). Vermoedelijk door het sterk Germaans-Limburgse
accent van de melder. Daar kunnen we dus nog ff niets mee. De wegrijder betreft
geen kleine fiat maar een grote auto van Duitse makelij.
Op de plaats van delict
staan de melder en eentje die anoniem wil blijven, ons te woord. Op de vloer
van de gemeenschappelijke hal ligt een flinke bloedplas en een breed bloed
veegspoor naar de uitgang. Rielke en ik krijgen de goeie informatie en ook het
goede kenteken, na een paar keer wat zegt u, geroepen te hebben tegen deze
getuige!
De melder is behoorlijk
overstuur en praat veel te snel en ook nog binnensmonds. Ik kalmeer hem. Dan
geef ik de OC meteen een sitrap (situatie rapportage). Mogelijk is er sprake
van een levensbedreigend delict waar de vermoedelijke dader en het slachtoffer
onder dwang, samen het strijdtoneel hebben verlaten.
Ik word door de OC
aangewezen als locatie beheerder. Meteen worden door OC de noodzakelijke
ondersteunende diensten opgetrommeld. Goed onderzoek in eerste instantie is van
levens- en ook opsporingsbelang.
We hebben op dat moment
nog geen informatie over de gezondheidstoestand van het slachtoffer of
identiteit van de dader. Het slachtoffer heeft veel bloed verloren en eerste
hulp is direct geboden. Ik vraag aan OC om bij het ziekenhuis te informeren..
De aangestuurde collega’s blijkt dat het slachtoffer in het ziekenhuis wordt
geholpen. In eerste instantie kritiek maar niet levensbedreigend na voldoende
medische operatieve behandelingen.
Met de bekende rood-witte
linten wordt door Rielke en mij de plaats van delict afgezet. De meeste mensen
hebben begrip -voor het op afstand houden- maar er zijn er altijd die een
andere voorkeur hebben, eindigend op onbegrip, afkeer tegen hulpverleners en
uniformen. Het zij zo! Wij handhaven in ieder geval de status quo.
De hal ziet er vreselijk
uit, gelijkend op een vers oorlogsgebied. Mensen spreken hun angsten uit over
het bloedbad en de veiligheid in hun woonbuurt en het feit dat Nederland steeds
onveiliger wordt. Er komen mensen langsgelopen die hun verre woonland hebben
verlaten en hier in Nederland hun nieuwe roots hebben gevestigd. Ik zie op hun
gezichten trauma’s, secundaire victimisatie en verder. Wat ze nu hier zien
hebben ze in hun geboorteland achtergelaten, niet helemaal dus. Helaas, ook
Nederland kent haar bestialiteiten, dood en verderfelijkheid.
Rielke, ik en alle
collega’s die ons komen helpen, werken ons uit de naad. We hebben dan al
spoedig een goed beeld van wat er heeft plaatsgevonden. Vooral de digitale
mogelijkheden van de huidige samenleving maakt dat onze beeldspraak snel helder
en digitaal is vastgelegd. Ook de signalementen van de betrokkenen. Mooi zo dat
komt goed van pas in het recherche onderzoek. De beelden zijn verschrikkelijk
–nog steeds- om te aanschouwen.
Nadat we alle
opsporingsverplichtingen zijn uitgevoerd en er niets meer te onderzoeken valt
op de plaats van het delict, keren we retour naar het bureau. Te veel om op te
noemen, ook de contacten met justitie en recherche worden snel in adequate
actie omgezet. De plaats van het delict wordt later als alle onderzoek wegen
zijn bewandeld, vrijgegeven, zoals wij dat in ons vakjargon noemen.
De hal wordt door de
opgeroepen schoonmaakdienst schoon gemaakt. Wij geven deze medewerkers nog onze
blauwe plastic werk handschoenen. Met bloed kun je niet voorzichtig genoeg
zijn.
De OC heeft last van ons
onderzoek. Vele collega’s van andere districten hebben moeten bijspringen bij
kleinere meldingen deze ochtend in ons BT, het is niet anders. Onze dank
hiervoor is groot.
Rielke en ik gaan de
bureaucratie op orde brengen. Op het bureau aangekomen is er niemand meer
aanwezig. Iedereen is buiten en binnen bezig met ander politiewerk dat geen
uitstel verdraagt. Dan moeten Rielke en ik alle bevindingen nog op papier
zetten. De officier van justitie en in zijn kielzog de rechter commissaris die
op de plaats van delict zijn geweest, hebben dit nodig om überhaupt iets te
kunnen onderzoeken in een strafproces.
De potentiële verdachte
wordt door mij landelijk gesignaleerd. Het slachtoffer is gelukkig in het
ziekenhuis goed geholpen aan de verwondingen.
We denken allemaal te
weten wat er gebeurd is. Echter de rechtsgang moet nog plaatsvinden en alles
zal zo goed als mogelijk bewezen moeten worden. De rechten van verdachte zijn
wettelijk vastgelegd in vele Europese regels. Dat maakt de uitvoering van
politiewerk steeds lastiger. Dat is de geldende norm in onze democratie. Goed
ook, dit hoor wederhoor, bevindingen en verdere zaken. Geconstateerde
onwettigheid wordt door de politie alleen maar met wetmatigheid bestreden. De
rechter bepaalt. Ik heb daar vrede mee. De publieke opinie is vaker anders en
soms opportunistisch.
Deze ochtend hebben we
met zijn allen ouderwets gewerkt in volledige betrokkenheid, collegialiteit en
vakmanschap. Alle hokjes zijn afgevinkt voor hier en nu. De rest volgt. De
potentiële verdachte is dagen later aangehouden door collega’s. Zij hebben goed
werk verricht en hun ter beschikking staande tools van vakmanschap hebben niet
tot escalaties geleid. Proportionaliteit en subsidiariteit in goede balans en
gemixt met alertheid en awareness. Goed werk verricht mannuh.
Wat mij dan stoort is het
feit dat mensen grotesk op elkaar afgaan en zich wederzijds verwonden. Niet
kijken naar verliezen en omstanders. Er zijn die ochtend langs de linten veel
kinderen met ouders langs komen lopen. Wat wordt hun perceptie van deze wereld
en de mogelijke verhalen achteraf, die steeds grotesker en obscener worden.
Jammer alweer voor de
samenleving die met 0-1 achterstaat. Helaas hebben we met zijn allen geen andere
samenleving. De samenleving dat ben je zelf, maar wel ondergeschikt aan de
democratie. Er zijn tal van lieden die anders denken en handelen!
De hoofdpersonen in deze
casus zal de politie zeer zeker weer snel tegenkomen op ons pad door hun kat en
hond gedrag. Zij kunnen kennelijk niet met en niet zonder elkaar. Daar heeft de
samenleving steeds meer last van.
Kinderen nochtans hebben
altijd de toekomst, volwassenen vaak niet meer!