Translate

woensdag 18 september 2019

Zondagsochtenddienst met Ad


Collega Ad gaat met welverdiend pensioen. Met hem heb ik heel wat situaties beslecht in het voordeel van regelgeving en gewenst politie optreden. Het is in de tijd van de Rijkspolitie

Met Ad heb ik altijd goed kunnen werken, plezier hebben en kunnen lachen. We maakten varia situaties en casussen mee, en deze heeft een tragikomische lading, dat dan weer wel, 


Het is op een zondagochtend. Mijn collega Ad  en ik krijgen een melding van een verwarde man, die een woning kennelijk niet meer wil of kan verlaten. Het is niet ver uit de buurt. Ad en ik gaan meteen naar de opgegeven locatie. De melder wacht ons al vertwijfeld en overstuur op.

Hij deelt ons mede dat hij zojuist een oude man zijn woning heeft binnengelaten. De man moest hoog nodig naar het toilet. Eenmaal op het toilet blijft hij in dit sanitaire paleis zitten en komt niet meer naar buiten! Kennelijk uit het lood geslagen door de pracht en praal in dit kleinste kamertje, dat niet van hem is, maar….

Melder heeft al geprobeerd om contact met de man te krijgen maar er komt geen enkele respons behalve dan een aantal kwalijk riekende lichamelijke geuren. We zijn gelukkig met de politiebus (tijd van de R.P) i.v.m. vervoer mocht dit nodig zijn!

Nadat de politie, Ad en ik dus, een aantal keren krachtig op de badkamerdeur hebben geklopt, zwaait deze plotsklaps open. Het lijkt wel of er een stinkbom in ons gezicht ontploft. Gelukkig staat het wc-raam open dat alle kracht nodig heeft om de kwalijke dampen de maatschappij in te blazen.

De man is onverstaanbaar aan het brabbelen. Hij heeft geen gebit in en beschikt over een volle grijze haardos. Zijn haardracht was ooit van alle haren met dezelfde lengte achterover gekamd en vastgehouden met Brylcreem uit het aloude bekende nostalgische potje.

Tegenwoordig is de Brylcreem niet meer in zijn haren uitgesmeerd en wappert de haardos bij elke beweging van zijn hoofd als losse bladeren aan een boom aangedreven door een willekeurige wind.
Zijn gezicht is diep doorgroefd door de weersinvloeden tijdens een wellicht lang en hard werkzaam leven. Hij heeft een grote neus. Zijn gezicht oogt klein. Hij draagt een lange verfrommelde jas. Zijn hemd en broek moeten nodig gewassen worden. Hij is ongeschoren. Brylcreem dan, daar kom ik zo meteen op terug.

Op de badkamer blijkt dat de man nog niet klaar is met zijn visite op de wc-pot. Het toilet is van een ouder model. Zeg maar een model waar je de geproduceerde tulband, in geuren en kleuren kunt zien liggen, dampen en ruiken.

De man gaat ineens met zijn handen door de wc-pot en veegt zo de zware donkere geproduceerde last, richting riool. We helpen hem heel snel, verschrikt en komisch met doorspoelen via de metalen hengel met knop.

Het lijkt alsof hij nog nooit op een toilet binnenshuis geweest is of dat hij vergeten heeft hoe het allemaal werkt. Na het doorspoelen waarbij hij aandachtig kijkt alsof hij water ziet branden gaat hij met zijn besmeurde handen nogmaals door de inmiddels en gelukkig maar, doorgespoelde pot. Onderaan in de ruimte –gelukkig zonder remmende sporen- wast hij zijn handen schoon!

Zijn op een lengte geknipte haren vallen ruim in zijn gezichtsveld dat hem hierdoor totaal ontnomen wordt. Tijd voor brylcreem zou je denken! Nadat hij zijn natte handen uit de pot terugtrekt gaat hij hiermee door zijn haardossing waardoor deze nat worden en enigszins in het gelid –dus naar achteren- worden vastgeplakt op zijn hoofd doorsijpelend naar zijn huid.

Juist ja, natuurlijke Brylcreem. Ad en ik hebben uit voorzorg de diensthandschoenen aangetrokken. We zijn netjes en hulpvaardig gebleven maar hebben desondanks zijn uitgestoken hand niet geschud! Er zijn tenslotte grenzen aan zorgverlening, toch?

In de tijd dat dit verhaal speelt is er nog geen legitimatieplicht. Op deze zondagochtend zijn alle sociale netwerken gesloten. Ad en ik zullen ons dus over hem ontfermen en hem dus naar huis brengen. Én, indien mogelijk terugbrengen en overdragen aan zijn eigen sociale zorgkader.

Gelukkig kan hij achter in de politiebus plaatsnemen. En kan  hij ons nog de route aanwijzen met zijn handen, gesticulerend dus tot aan zijn thuisadres. Met de autoruiten vorstelijk geopend, brengen we hem naar huis.

Bij zijn woning in een z.g. kolonie blijkt deze Remi te wonen, alleen. Een woning in de staat zoals dat omstreeks 1930 gewoon was. Geen sanitaire voorzieningen binnenshuis. Alles in huis is versleten. Hoe hij aan eten en warmte komt of persoonlijke sanitaire verzorging in dit krot doet bij ons in ieder geval de nodige vraagtekens rijzen. Hij heeft daar blijkbaar geen problemen mee.

We informeren nog bij de buren en we hebben later nog de maatschappelijke zorg in kennis gesteld. Er schijnt zorg op afstand voor hem te zijn. (Tafeltje dekje en eten in het bejaardentehuis). 

Lichamelijk ziet de oude baas er nog goed uit, gelukkig. Ook van deze man nemen we met gemengde gevoelens afscheid

Iedereen binnen en buiten de politie heeft ongetwijfeld tal van dit soort gebeurtenissen in zijn grijze palmares.

Ad het ga je goed, blijf gezond en lachen, want
dat doe je toch altijd….

Gr Han