Tijdens het winkelen kom
ik haar weer eens tegen. Hallo, hoeishet? vraagt ze zoals altijd aan mij met een altijd durende big smile.
Dan begint een leuk gesprek. Zij kent mijn vrouw en dochter en vraagt ook oprecht en geïnteresseerd naar “mien maedjes”.
In de woelige tijden ver teruggeblikt
in de vorige eeuw, in het tijdperk van de rijkspolitie heb ik met haar en haar
ex-man veel te doen gehad. Beiden zijn van buitenlandse komaf. Geen
asielzoekers maar zij zijn meer te vangen onder de terminologie gastarbeiders.
U weet wel in de jaren ‘60 zijn vele buitenlandse mensen Nederland
binnengehaald om werk te doen wat vele Nederlandse mensen niet meer willen
uitvoeren en er hun neus voor ophalen. Zeg maar de tijden van weleer waar banen
voor het oprapen liggen en mensen die niet meer willen, hartelijk gesteund met
het briefje van de dokter of wegens VUT regelingen met -58 jarige leeftijd vrij
en blij met pensioen zijn (moeten) gegaan.
Haar ex werkt in de
nabijheid van hun woning bij een grote werkgever, is lid van verenigingen in de
buurt en sociaal aangepast en geïntrigeerd in de maatschappij. Zij is verplicht
bezig met huishouden en het opvoeden van de kinderen. Buiten komen zoals haar
ex-man dat vrij en blij doet is er voor haar niet bij. Dat is kennelijk cultuur
historisch voor haar bepaald. Volledig top-down.
Zij heeft nooit een
hoofddoek gedragen maar gaat toch in contact met de mensen uit haar buurt. Dat
wordt haar niet in dank afgenomen door haar ex. In die woelige tijden vol
spanningen ben ik als politieambtenaar geregeld bij dit kennelijk liefdevolle echtpaar
over de vloer gekomen. Waarom? omdat spanningen dit noodzakelijk maken. Niet
leuk, zeker niet voor de kinderen. Die krijgen van zoiets toch een grote kans
op een knauw, of niet soms!
Ik heb telkens de zelfde
verhalen aangehoord. Tussen haar en haar ex-man leveren de spanningen non
verbale fricties op waar het gezin, de kinderen en vooral zij veel ongemakken
van ondervinden. Soms zijn er bij haar aan haar lijf sporen te zien van non
verbaal ingezet gedrag. Emoties tussen haar en haar ex-man lopen steeds verder
op in de negatieve turbulentie. Al mijn collega’s balen als ze weer eens naar
dit adres toe moeten. Ik zei het al, veel is cultuur historisch bepaald. Daar
kunnen wij met onze Nederlandse mores schijnbaar niet tegenop. Bij ons mag
bijna niets maar kan alles, vooral weerwoord bieden tegen alles en iedereen.
Toeval of niet maar regulier
als ik op dienst ben krijg ik regulier de opdracht om naar dit gezin toe te
gaan. Zij zijn altijd beleefd tegen me ook al praten ze hard en vol emoties,
vooral de vrouw.
Noodkreten in een mistige
schimmige omgeving voor haar de
enige reddingsboei om het hoofd boven water te kunnen houden. In die woelige
weerbarstige tijden is het moeilijk om op te treden als politie en de situatie
tot een wenselijk aanvaardbaar sociaal maatschappelijk niveau terug te voeren.
Zij doet nooit aangifte. Meer een stille schreeuw om hulp en advies, steeds maar
weer opnieuw. Aangifte doen ten slotte is een schande voor het hele gezin. Politie
aan de deur is in mindere mate opzienbarend.
De vrouw is en blijft te lang ongewild
slachtoffer. Te weinig voor een blijf van mijn lijf huis en teveel sores en
geweld om als politie niet te reageren. Een lastig dilemma. Huiselijk geweld
met uit huis zetten van de dader is nog een utopie in de samenleving van toen.
Op een gegeven moment heb
ik tegen haar gezegd dat de beste oplossing waarvoor zij kan kiezen, scheiden
van haar huidige ex-echtgenoot, is. Uiteindelijk heeft zij samen met haar
kinderen voor deze totaal westerse oplossing gekozen. Direct hierna is voor
haar en de kids de zon opnieuw gaan schijnen. Zij heeft de zorg gedragen voor
de opvoeding en haar ex-man heeft haar gelukkig met rust en losgelaten. Van
eerwraak en dergelijke misstanden is nimmer gebleken. Ik heb op dit gezin -waar
mogelijk- de maatschappelijke
zorgverlening op gezet.
Praten heeft uiteindelijk
toch geholpen en praten is omgezet in aanvaarden en handelen dat het niet meer
kan zoals het gaat. Vooral wanneer je met je partner niet meer door een spreekwoordelijke
deur kan gaan. Dan moeten de wegen zich splitsen ook cultuur technisch en
zonder gezicht verlies.
Altijd -ook nu weer- wanneer zij mij
tegenkomt zegt zij steeds weer tegen mij dat ze nog altijd blij is met mijn
goeie raad en bijstand van toen en dat zij heeft gekozen tegen haar opvoeding
in, voor haar eigen geluk en dat van haar kids. Dat heeft zij mij bij vorige
ontmoetingen ook steeds verteld met een big smile en dat zal altijd zo blijven.
Ze heeft het financieel en maatschappelijk nooit breed gehad maar toch is zij heel gelukkig. Haar kinderen
leren en werken en dragen hun steentje bij in de maatschappij. Zij is nu een
liefdevolle oma.
Als slotzin zegt zij
tegen mij dat het beter is een goede buur te hebben dan een verre vriend of
weerbarstige familie. Deze gevleugelde uitspraak heeft zij van haar eigen
vader, die er net zo modern en westers over denkt. Mooi toch!
Oh ja, by the way; zij is
opnieuw getrouwd. Zij blijft ratelen en vertellen en dan plots hoor ik de claxon
van haar autootje. Ze moet weg want haar echtgenoot die al een poosje rustig
afwacht achter het stuur, moet naar zijn werk. Ook dat is bepaald. Leuk dat zij
altijd tijd maakt voor een kort praatje en mij herinnert aan haar problemen en
zelf gekozen oplossing, met een duwtje in haar rug.
Wat kan het leven toch mooi zijn,